Prentenboek.nl heeft vanaf vandaag een webwinkel. Een winkel waarin (voorlopig) geen prentenboeken verkocht worden, maar illustraties. Illustraties uit kinderboeken waarbij de focus natuurlijk ligt op werken uit prentenboeken. Er worden illustraties aangeboden van gerenommeerde illustratoren, zoals Loes Riphagen, Milja Praagman en Monica Maas. Stuk voor stuk prachtige kunstwerken. Voor jezelf of om cadeau te doen. Leuk als dierbare herinnering of als decoratie voor thuis of kantoor.
Illustraties bestellen?
Ga naar de online winkel en zoek je favoriete illustratie. Bij iedere illustratie is gedetailleerde informatie te vinden zoals de afmetingen, de papiersoort en natuurlijk de prijs. Er zijn originele illustraties uit boeken, illustraties op verzoek, en art-prints en zeefdrukken te vinden in de winkel. De originelen is uiteraard maar één exemplaar. Van de zeefdrukken en art-prints zijn meerdere exemplaren aanwezig (echter, soms is de oplage wel gelimiteerd, iets wat het werk wel exclusiever maakt). Alle werken worden persoonlijk gesigneerd door de illustrator. De werken zijn (nog) niet ingelijst.
Wil je meer informatie of de illustratie bestellen dan kun je online je aanvraag versturen. Wij nemen dan zo snel mogelijk contact met u op. Meer weten, lees dan ook even de veelgestelde vragen pagina.
“Oei! een vlek” is het nieuwe prentenboek van Milja Praagman. Het is al weer het twintigste prentenboek van Praagman als auteur en illustrator. Ze is daarmee een van de meest productieve prentenboek maaksters van de afgelopen jaren. Het lukt Praagman iedere keer om herkenbare en komische taferelen uit de kindertijd treffend te verwoorden en te verbeelden. Dat is met “Oei een vlek” ook weer gelukt.
Iedere ouder kent het wel. Je kind heeft net een nieuwe trui, broekje of jurkje aan (het liefst een witte…) en ja hoor, bij het eten gaat het mis. De beker chocomelk, de boterham met pasta of dat lekkere ijsje maakt een grote vlek op de nieuwe aanwinst. Vol verbazing kijkt je koter naar je. Hoe kan dat nou? Dit vormde voor Milja Praagman de aanleiding om “Oei een vlek” te maken.
Het is een grappig en vertederend prentenboek in een fijn formaat, met een prachtige illustratie op de harde omslag. De kleurrijke illustraties, gemaakt met plakkaatverf en fluorstiften, zijn steeds verdeeld over twee pagina’s. De hoofdrolspelers zijn dit keer aapjes, wat goed past bij het thema.
Het verhaal van Oei een vlek
Mama Aap heeft drie nieuwe witte truien gekocht. Voor haarzelf, voor Papa Aap en voor Kleine Aap. “Wees voorzichtig” en “Hou hem netjes”, zegt ze nog… Terwijl Mama Aap jam gaat maken van rozebessen, snoepen Kleine Aap en Papa Aap alvast van de bessen. En jahoor…. Allebei een hebben ze ineens een grote roze vlek op hun nieuwe trui. Vervolgens proberen ze op allerlei manieren de vlek er uit te krijgen. Ze rollen door het gras, ze stappen door de blubber-wei en slingeren door de bomen. Maar de vlek gaat er niet uit. Sterker nog, er komen alleen maar meer vlekken bij. Om het goed te maken besluiten ze om nieuwe bessen voor mama te plukken. Als ze thuiskomen springt de ongerust geworden Mama Aap ze in de armen. Met als gevolg….
Lees meer over Milja Praagman en haar boeken op haar eigen website.
Overal vandaan, het lijkt wel of ik een soort van onzichtbare voelsprieten op mijn hoofd heb die voortdurend van alles horen en zien wat ik kan gebruiken. Maar als je me zou opsluiten in een kale cel zou ik nog steeds ideeën krijgen denk ik zoveel zit er in mijn hoofd.
Vanaf december 2015 zijn er originele illustraties en art-prints van Milja Praagman te koop in de winkel van Prentenboek.nl.
Voel je je meer een prentenboek illustrator of –schrijver? Of toch gewoon allebei? Kun je het naar jouw mening ook los van elkaar zien? Wat doe je het liefst?
Allebei ik zie het niet echt als twee losse dingen. Die ideeën die ik heb hebben anderen niet en ik ben het stadium ook al lang voorbij dat ik op verhalen van anderen ging zitten wachten. Daarbij vind ik maar zelden echt iets heel leuk. En ik kan niet iets gaan illustreren wat ik niet leuk vind heb ik gemerkt dan zakt mijn motivatie weg. Als ik een goed idee heb moet ik er ook meteen beeld bij zien anders is het niet goed.
Je bent afgestudeerd als grafisch ontwerper aan de Academie voor beeldende kunsten Sint Joost in Breda. Hoe ben je “prentenboek illustrator/schrijver geworden?
De opleiding duurde toen 5 jaar, daar kreeg je naast vakken als typografie, fotografie, ook illustreren. Achteraf vind ik het wel fijn dat ik voor deze studie heb gekozen alles wat ik heb geleerd komt van pas. Na mijn studie wilde ik het liefst afficheontwerper worden en ik merk nog steeds dat het ontwerpen van een omslag een van de leukste dingen vind van een boek maken. Omslagen zijn eigenlijk ook een soort mini-affiches. Na de academie kreeg ik langzaam wat illustratieopdrachten. Toen ik ook voor de Okki ging werken kwamen er vanzelf ook ideeën voor prentenboeken zoals bijv. “Meneer Po”.
In 2005 debuteerde je met je eerste prentenboek “Meneer Po (Lannoo)”. Kun je wat vertellen over het tot stand komen van dit prentenboek?
Ik zag de po van mijn zoon staan en vond die wel op een gleufhoed lijken, zo kwam ik op het idee voor dit eerste prentenboek. Meneer Po is zijn bril kwijt en zet dan per ongeluk de po op zijn hoofd met alle gevolgen van dien. Ik stuurde het op naar verschillende uitgeverijen, kreeg wat afwijzingen maar toen ineens ook twee die het wel zagen zitten. Toen kon ik ineens kiezen.
Is het werkproces voor “Meneer Po” illustratief voor hoe je nu werkt aan een prentenboek?
Ja en nee. De vorming van een idee gaat iedere keer anders. Een keer lag ik met koorts op bed en kwamen mijn kinderen steeds naar boven. De deur open en dicht makend zag ik dat zo’n deur wel erg leek op een boek zo verzon ik ‘Kom maar binnen’. Meestal zie of hoor ik iets dat dan gekoppeld word aan een idee of een gedachte waar ik al langer meeliep en dat smelt dan samen tot een origineel nieuw iets.
Als ik het idee heb uitgeschreven ga ik meestal ook al snel wat schetsen gewoon om te zien of het klopt wat in gedachten heb. Soms is zo’n heel klein schetsje (meestal maar 5 cm groot) later de basis voor een omslag. Een prentenboek heeft bijna altijd 12 spreads ( dubbele pagina). Dus in het schrijven hou je daar al rekening mee. Meestal begin ik met het uitwerken van de omslag omdat ik dan ook weet welke kant ik qua illustraties op wil in het boek. De computer gebruik ik om mijn schetsen te scannen. Ik maak dan vaak een miniboekje van al die schetsen om te kijken of het werkt. En ga dan aan de hand van die schetsen de grote illustraties maken. Maar bij het uitwerken in het groot kom je dan weer allerlei dingen tegen waardoor het weer anders moet.
De uitwerking en de techniek hangen bij mij erg af van het verhaal wat ik wil vertellen. In “Nog 100 nachtjes slapen” knipt Dorus bijvoorbeeld voortdurend uit stoffen. Ik merkte al tekenend dat het uitknippen veel duidelijker overkomt als je het ook echt uit de illustraties van bijv. kleding knipt vandaar dat ik in dat boek veel met collage heb gewerkt. Maar bij “Ik doe het lekker toch” had ik een heel zonnige wereld voor ogen dus ging ik van een gele ondergrond uit waarin het leeuwtje bijna opgaat in zijn omgeving. Om het niet een te knalgeel boek te maken heb ik er overgangen in gemaakt van dag naar nacht.
Wat zijn dan zaken waar je extra op let? Wat zou je nu niet meer zo doen? Kun je dit toelichten met leerpunten uit je eerdere boeken?
Dat is ook steeds anders, met het prentenboek “Voor jou” wilde ik eens een langere periode experimenteren. Ik was het een beetje zat hoe ik tekende en wilde me zo graag onderscheiden van anderen door nog meer op zoek te gaan naar mijn eigen stijl. In ‘Voor jou’ heb ik heel veel uitgeprobeerd. Eigenlijk wilde ik eens een boek maken met telkens een compleet andere achtergronden, bijna dessins die een gevoel konden uitdrukken en waar je steeds een “Ohh” gevoel bij kreeg, maar dan nog wel dat het een verhaal zou blijven. Dat is wel heel moeilijk merkte ik in de uitwerking. Maar het heeft me wel veel inzicht gegeven en bij “Vergeet mij nietje” kon ik dit nog weer beter toepassen wat ik daarmee geleerd heb. Het laat zich moeilijk omschrijven waar dat nou precies in zit, maar voor mij is dat op zoek gaan naar vernieuwen een soort uitvinden. Op die manier vind ik illustreren het leukst. Door op zoek te gaan naar hoe het nog beter kan.
Wat ik er vooral van heb geleerd is dat je niet te bang moet zijn om iets te veranderen. Ook al levert dat meer werk op, het wordt er altijd interessanter van. Het is een beetje als op reis gaan. Ga je de gebaande wegen op om snel op de plaats van bestemming te komen of neem je dat spannende zijstraatje het duurt dan wel wat langer maar wie weet wat je tegen gaat komen.
Hoe lang duurt dit hele proces eigenlijk? Van idee/concept tot drukklaar boek?
Is moeilijk te zeggen soms zit zo’n idee jaren in je hoofd. Het boek wat ik nu et af heb is ook iets waar ik al heel lang meeliep. Ik geloof dat ik het al 10 jaar geleden dacht dat wanneer een kind alsmaar ‘wat is dat?’ vraagt of je dan als ouder wel doorhebt wat hij eigenlijk bedoelt. Dat vond ik wel een leuk uitgangspunt.
Zit er veel verschil in dit proces als je “alleen” de illustraties hoeft te maken en de tekst dus krijgt aangeleverd?
Weet ik niet, dat hangt af van het verhaal. Het kartonboek wat ik nu ga tekenen is een tweede boekje. Eerder maakte ik een stoffen boekje met dit karakter. De baby zit nu al in mijn vingers, de dessintjes zijn bedacht, het is dan niet meer zoveel werk dan wanneer je nieuwe karakters moet bedenken. Muis en Varken ken ik ook. Ik weet bijvoorbeeld waar ze wonen enz. Dat scheelt. Maar het is wel elke keer weer zoeken naar de juiste vorm. En ik wil me ook blijven vernieuwen en ook dat kost tijd.
Je hebt inmiddels behoorlijk wat prentenboeken geschreven en geïllustreerd. In 2013 werd jouw prentenboek “Nog 100 nachtjes slapen” verkozen tot prentenboek van het jaar. Aan welke bewaar je de beste (of leuke) herinneringen / op welke ben je zelf het meest trots?
Het meest trots ben ik meestal op het laatst verschenen boek. Dat is nu “Vergeet mij nietje”. Al duurt dat trots zijn ook nooit lang, want dan zie ik weer van alles dat nog beter kan. Dus dan ga ik vol goede moed weer verder met een nieuw idee. Ik ben niet zo van het terug uit kijken geloof ik. Als ik iets inlever en het klaar is, zit ik met mijn hoofd al weer in een nieuw project. Hoewel het steeds nog wel erg spannend is als het gedrukt is en te zien hoe het er dan uitziet.
Heb je zelf een aantal favorieten prentenboeken? En illustratoren en schrijvers? En waarom zijn dit jouw favorieten?
Ik ben erg fan van Catharina Valckx, haar illustraties vind ik geweldig mooi en op haar kleurgebruik ben ik gewoon jaloers. Afgelopen week moesten we samen ergens voorlezen toen lag ik voortdurend in een deuk er zit zoveel humor in haar werk. In Frankrijk is ze wereldberoemd maar in Nederland mogen ze wel eens wat trotser op haar worden vind ik.
Ze is niet voor niets al twee maal genomineerd voor de Alma award. Chris Haughton en Jon Klassen en Beatrice Alemagna vind ik ook erg goed. Zij hebben allemaal een direct herkenbare eigen stijl.
Wat zijn jouw favorieten materialen / technieken / media om te illustreren? En waarom?
Ecoline, plakkaatverf, potlood, stempelinkt, wascokrijt, collage noem maar op ik gebruik alles. Ik probeer altijd van alles uit. Ik gebruik de computer wel om even te kijken of iets werkt bijvoorbeeld door kleuren uit te proberen maar liever experimenteer ik in het echt met verf enzo dan kunnen er ook dingen gebeuren die je niet had voorzien.
Wat zijn voor jou zaken waar je echt op let tijdens het schrijven van een prentenboek?
Bij mij staat alles in het teken van de vondst van een verhaal die moet heel origineel zijn en humor vind ik heel belangrijk. Wat ik probeer te vermijden is een moralistisch toontje. Wanneer ben je tevreden over de tekst?
Ik loop vrij lang rond met een idee en dan op een gegeven moment moet het eruit. Dan schaaf ik daar nog wel aan maar voor mij werkt het zo dat ik graag het idee toets bij de uitgever. Als zij het zien zitten dan werk ik de tekst naar mijn zin uit. Als ik ga tekenen veranderen er soms ook nog dingen in de tekst. Dan zie ik dat ik bijvoorbeeld iets heb beschreven wat ik ook al heb getekend dan kan dat in de tekst weg. Het fijne van zelf schrijven is dat je ruimtes of een plaats waar het zich afspeelt zelf kan invullen.
Ben je momenteel bezig aan een nieuw prentenboek? Zo ja, kun je een tipje van de sluier oplichten?
Ik heb net een nieuw prentenboek af dat heet ’Wat is dat’ en verschijnt in augustus bij Uitgeverij Leopold. Het gaat over een kleine krokodil die steeds van alles ziet en ‘Wat is dat?’ zegt tegen zijn moeder. Die moeder ziet niet zoveel want ze is alsmaar bezig met wat ze nou weer is vergeten dus die heeft ook helemaal niet door dat er een dinosaurus achter hun aanloopt. Daarna ga ik nog het derde prentenboek maken met varken en muis voor de Eenhoorn waarvan eerder ‘Voor jou’ en ‘’Vergeet me nietje’ verschenen. Dat verhaal is al even klaar en er ligt nog een idee voor een tekstloos prentenboek. Plus nog een boek daarna…best wel druk nog. Sinds vorige week ben ik begonnen aan een kartonboek voor Betty Sluyzer dat verschijnt ook in het najaar bij Leopold.
Heb je tot slot nog (meer) tips voor beginnende illustratoren en schrijvers (van prentenboeken)?
Ja, ga op zoek naar je eigen stijl. Kijk naar wat je mooi vindt in andere boeken maar ook in beeldende kunst, films fotografie noem maar op. En zet door als je er in gelooft!
Biografie Milja Praagman
Milja is geboren in Amsterdam (1971) en groeide op in Den Dungen. Ze studeerde grafisch ontwerpen aan de Academie voor beeldende kunsten Sint Joost in Breda. Na de academie woonde zij een jaar in Frankrijk. In 1995 keert ze terug naar Nederland en werkt als zelfstandig ontwerper/illustrator. Haar opdrachtgevers waren in het begin voornamelijk kranten en tijdschriften. Later werkte ze ook voor Okki, Bobo, Sesamstraat en Taptoe en werd het tekenen voor kinderen haar belangrijkste bezigheid. Voor Sesamstraat televisie maakt ze animaties.
Door het illustreren en vooral door het verzinnen in opdracht voor Okki e.a. ontstonden er ook veel nieuwe ideeën voor ‘eigen’ verhalen. Een van die verhalen was haar eerste prentenboek Meneer Po dat meteen goed werd ontvangen door de pers. Sindsdien is ze niet meer te stoppen. Bij uitgeverij Leopold verschenen: Miki en de sneeuwpop, Mijn mama is een prinses, Nog 100 nachtjes slapen – prentenboek van het jaar 2013 – en Ik doe het lekker toch! In maart 2013 verscheen Voor jou bij uitgeverij de Eenhoorn. In september is Pas op verschenen het tweede boek met Dorus (Nog 100 nachtjes) in de hoofdrol.
In Milja’s boeken gaan kleine mensen en dieren hun eigen gang. Stoer en met een subtiel gevoel voor humor.
2005 Meneer Po (Lannoo)
2006 Lieve lieve… (Lannoo)
2007 In de dierentuin (Lannoo)
2007 Beertje Bij kleurt alles / Beertje bij heeft honger (Lannoo)
2008 Wasco weet een mop (Gottmer)
2009 Zeg, wie zit er in de heg? (Lannoo)
2009 Miki en de sneeuwpop (Leopold)
2010 Kom maar binnen (Gottmer)
2010 Mijn mama is een prinses (Leopold)
2011 Nog 100 nachtjes slapen (Leopold)
2011 Viezeltje. Tekst van Suzan Peters (De Eenhoorn)
2011 Wat hoort konijn? (Leopold)
2011 Als de bomen straks gaan rijden. Gedichten van Frank Adam (De Eenhoorn)
2012 Ik doe het lekker toch! (Leopold)
2013 De wereld in mijn handen (De Eenhoorn)
2013 Voor jou ( De Eenhoorn)
2013 Pas op! (Leopold)
2014 Vergeet me nietje (De Eenhoorn)
2014 Wat is dat? (Leopold) verschijningsdatum augustus
Een aantal prentenboeken bij van Milja Praagman bij bol.com
We gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze site zo soepel mogelijk draait. Als je doorgaat met het gebruiken van deze site, gaan we er vanuit dat je ermee instemt.OkPrivacybeleid