Op 25 juni is in het Anton Pieck Museum in Hattem een tentoonstelling van Loes Riphagen geopend. Haar meest recente boek is ‘Kom mee, Kees’, over kikker Kees die met zijn vader een mooi en spannend avontuur beleeft. De illustraties voor dit boek zijn in deze expositie te bewonderen. Naast originele illustraties uit het boek zijn er vitrines met schetsboeken, materialen en inspiratie te zien.
Loes stimuleert iedereen om ook zelf aan de slag te gaan en heeft daartoe filmpjes en knutselopdrachten op haar website staan: www.loesriphagen.nl. En als je het leuk vindt kun je zelf in het atelier aan de slag gaan. In de vakanties geeft Loes uitgebreide workshops voor alle leeftijden, ook voor volwassenen.
In het Anton Pieck Museum is zaterdag 25 juni 2022 het vijfjarige project het Atelier van start gegaan. Bezoekers kunnen prachtige werken van bekende illustratoren zien en daarna zelf aan de slag gaan met tekenen en knutselen op aanwijzingen van de exposerende illustrator. Aan de nieuwe werktafel, staan allerlei materialen, sjablonen en filmpjes ter beschikking om de creativiteit te laten stromen. Loes Riphagen is de eerste illustrator waar het museum de samenwerking mee is aangegaan.
Titel: Coco kan het!
Auteur en illustrator : Loes Riphagen
Uitgever: Gottmer, 2019
48 pagina’s
Bekroningen: Prentenboek van het jaar 2021; 3×3 Honorable Mention Award New York; Longlist World Illustration Award 2020
“Coco kan het” is het nieuwste prentenboek van Loes Riphagen en is verkozen tot prentenboek van het jaar 2021. Met kleurrijke, aandoenlijke en grappige illustraties wordt het verhaal vertelt over het jonge vogeltje Coco die voor het eerst gaat vliegen. En dat is best spannend. Een prentenboek met humor over proberen en doorzetten, maar ook over vriendschap en geborgenheid.
Het is letterlijk een aaibaar prentenboek, want de luxe versie heeft een zachte kaft. Voor een prentenboek van Loes Riphagen zijn de illustraties vrij rustig en eenvoudig, met zachte tinten zonder veel details. Maar er blijft nog genoeg om naar te kijken, leuke kleine beestjes en plantjes bijvoorbeeld. De korte, vlotte zinnen ondersteunen de illustraties en laten zich makkelijk voorlezen.
Het verhaal van Coco kan het!
Vandaag is een grote dag, want alle babyvogeltjes gaan voor het eerst vliegen. Maar Coco durft niet. Het is zo hoog en bij mama in het nest is het veilig! Wat als ze valt of als de kat haar grijpt denkt ze? Maar als het wel lukt kan ze met haar vriendjes spelen en mooie vormen in lucht vliegen. En ik kan zelf eten wat ik wil. Zou Coco haar vleugels durven uit te slaan? Misschien moet ma haar een zetje geven?
Titel: Bij de neus genomen
Auteur en illustrator: Loes Riphagen
Uitgever Nederland: Uitgeverij De Fontein, 2015;
48 pagina’s.
“Bij de neus genomen”, het nieuwe prentenboek van Loes Riphagen is een echt kunstwerk geworden. Het is qua vormgeving één van de meest originele prentenboeken die ooit gemaakt zijn. De kaft en de eerste pagina’s van het boek vormen aparte lagen met uitsneden waar de lezer “doorheen” kan kijken. Je ziet vanaf de kaft al diertjes en bladeren die pas bladzijden verder tevoorschijn komen. Zo ontstaat een prachtig gelaagd collage effect. Het leuke is dat dit “3D-effect” ook de andere kant op werkt als je de bladzijden omslaat. Een concessie die hiermee wel gedaan is, betreft de stevigheid van de bladzijden. Het boek zit goed in elkaar, maar sommige uitsneden zijn zo fijn dat ze niet echt peuter-proof zijn. Oppassen dus met grijpgrage handjes!
De illustraties zijn zoals we van Loes Riphagen gewend zijn. Speels, humoristisch en soms met priegelige details. Er valt van alles te ontdekken. Het kleurgebruik is in het begin van het verhaal overwegend zwart-wit, met kleine kleuraccenten. Dit werkt erg goed samen met de gelaagdheid en zet het verhaal extra kracht bij. Wanneer het verhaal zijn climax nadert spatten de kleuren van de pagina’s af.
Het is geen wonder dat Riphagen bijna een jaar aan dit boek gewerkt heeft. Het moet een enorme klus zijn geweest om alle beeldelementen uit te knippen, te scannen, in te kleuren en zo te ordenen dat het op iedere pagina (en die erachter) ook allemaal klopte. Naast het werk van Riphagen is dit natuurlijk ook qua drukwerk geen goedkope druk. Dit zie je ook wel terug in de prijs, die met €22,99 aan de hoge kant is voor een prentenboek. Maar voor een kunstwerk…? Je krijgt er trouwens ook nog een gratis app bij!
In de onderstaande video krijg je een indruk van hoe bij de neus genomen tot stand is gekomen.
Het verhaal: bij de neus genomen
Riphagen heeft een vrije bewerking gemaakt van een kort verhaal van Rudyard Kipling, de Britse auteur van onder meer “The Jungle Book”. In een tijd waar olifanten nog een korte slurf hebben gaat een jonge olifant op onderzoek uit. Hij stelt aan verschillende dieren nieuwsgierige vragen. Dat gaat goed totdat hij zijn korte neus in de zaken van de krokodil steekt. Die bijt hem in zijn slurf en laat niet los. De andere dieren beginnen hard aan het olifantje te trekken waardoor de slurf langer en langer wordt. Om het uitrekken van de olifantenslurf extra aandacht te geven is er gekozen voor een dubbele uitklap-pagina.
Als de krokodil uiteindelijk loslaat heeft de olifant een lange slurf. Hij weet niet goed wat hij aan moet met zo een lange slurf en voelt zich “bij de neus genomen”. Totdat hij erachter komt dat een lange slurf ook wel veel voordelen biedt. Zo kan nu onderwater zwemmen, vruchtjes uit de bomen plukken en heel hard toeteren. Dat is ook bij de rest van de kudde olifanten niet onopgemerkt gebleven…
Prentenboek.nl heeft vanaf vandaag een webwinkel. Een winkel waarin (voorlopig) geen prentenboeken verkocht worden, maar illustraties. Illustraties uit kinderboeken waarbij de focus natuurlijk ligt op werken uit prentenboeken. Er worden illustraties aangeboden van gerenommeerde illustratoren, zoals Loes Riphagen, Milja Praagman en Monica Maas. Stuk voor stuk prachtige kunstwerken. Voor jezelf of om cadeau te doen. Leuk als dierbare herinnering of als decoratie voor thuis of kantoor.
Illustraties bestellen?
Ga naar de online winkel en zoek je favoriete illustratie. Bij iedere illustratie is gedetailleerde informatie te vinden zoals de afmetingen, de papiersoort en natuurlijk de prijs. Er zijn originele illustraties uit boeken, illustraties op verzoek, en art-prints en zeefdrukken te vinden in de winkel. De originelen is uiteraard maar één exemplaar. Van de zeefdrukken en art-prints zijn meerdere exemplaren aanwezig (echter, soms is de oplage wel gelimiteerd, iets wat het werk wel exclusiever maakt). Alle werken worden persoonlijk gesigneerd door de illustrator. De werken zijn (nog) niet ingelijst.
Wil je meer informatie of de illustratie bestellen dan kun je online je aanvraag versturen. Wij nemen dan zo snel mogelijk contact met u op. Meer weten, lees dan ook even de veelgestelde vragen pagina.
Kreukel is het nieuwe prentenboek van Loes Riphagen. Het boek heeft een harde kaft, ligt prettig in de hand en is mooi vormgegeven. Met veel humor en met vrolijke kleurrijke illustraties vertelt Riphagen het verhaal van de hond Kreukel (eigenlijk vertelt de hond zelf het verhaal). Er is niet veel tekst. Dat maakt het een echt kijkboek. Dat past prima bij het verhaal. Sterker nog, misschien hadden sommige zinnen wel beter weggelaten kunnen worden om nog meer aan de fantasie van het kind /en/of verteller over te laten.
De onhandige, naïeve, maar trouwe hond Kreukel woont bij een artistieke en keurige meneer. Kreukel denkt dat hij dikke maatjes is met zijn baasje, maar die denkt daar, gezien de capriolen van Kreukel toch wat anders over. Na de zoveelste streek van de hond zet hij hem bij het vuilnis (Kreukel zelf denkt echter dat hij op vakantie mag). Een mooi statement naar al die baasjes die hun hond aan een boom binden als ze zelf op vakantie gaan. Na een wandeling door het bos voelt Kreukel zich toch wat eenzaam. Gelukkig komt hij een lief oud vrouwtje tegen. Zou zij wel bij Kreukel passen? Kreukel is een prentenboek over trouw, vriendschap en acceptatie.
Op de illustraties van Riphagen is meestal veel te zien, zo ook bij die van Kreukel. Dit maakt het leuk om het boek meerdere keren te lezen en te bekijken. Je ontdekt iedere keer weer iets nieuws. Met dit nieuwe prentenboek laat Riphagen nogmaals zien wat een ontzettende goede prentenboek-illustrator zij is, met een eigen stijl die gekenmerkt wordt door gedetailleerde, grappige en kleurrijke illustraties. Gelukkig zit in het prentenboek ook nog een memory spel waarmee je nóg langer van de illustraties kunt genieten!
Meestal schiet een idee me zo floep te binnen. Daar kan ik niks aan doen. Ik heb op mijn Ipad een mapje. Hierin bewaar ik al deze nieuwe verhaal ideeën, flarden leuke zinnen, of een grapje om een keer ergens in de achtergrond van mijn boek te gebruiken. Elke keer als ik een nieuw idee heb, al is het maar heel klein, dan voeg ik dat idee hieraan toe. Als ik dan een nieuw boek wil maken kijk ik in deze map en stromen er weer heel veel extra ideeën in mijn hoofd. Het komt vanzelf.
Ik heb nooit het probleem dat ik geen inspiratie heb. Mijn probleem is juist dat ik nooit kan kiezen welk idee ik zal uitwerken omdat ik te veel keus heb. Soms komt mijn inspiratie ook uit dingen die er om mij heen gebeuren. Bijvoorbeeld toen ik mijn allereerste prentenboek “Slaapkamernachtdieren” verzon. Ik kon niet slapen en lag in bed. Er was een heel vervelende mug die de hele tijd om mij heen zoemde en ik kreeg hem niet te pakken.
Toen ben ik gaan fantaseren over die mug en ik bedacht me dat die mug misschien wel helemaal geen mug was maar een “Flurrelmupper”. De Flurrelmupper wordt heel vaak door de war gehaald met de mug, maar eigenlijk is dat stom want de Flurrelmupper is helemaal niet vervelend. Hij zoemt dan wel maar hij kan helemaal niet prikken. Dus daarom moet je voordat je een mug doodslaat altijd heel goed kijken of het niet per ongeluk een Flurrelmupper is. Dat zou zonde zijn…..
Voel je je meer een prentenboekillustrator of –schrijver?
Als ik een boek helemaal zelf maak dan loopt het proces helemaal door elkaar heen. Dan kun je het niet los van elkaar zien. Maar mijn laatste boeken zijn zonder woorden met grote kijkplaten waarop heel veel te ontdekken is. Ik heb helemaal zelf bedacht wat er allemaal moet gebeuren. In dat geval kun je me dan misschien geen schrijver noemen want er zitten geen woorden in het boek.
Hoe ben je “prentenboek illustrator/schrijver geworden”?
Ik ben afgestudeerd aan de Illustratie-afdeling van de Willem de Kooning Academie. Ik kan niet zeggen dat je per se hier naar toe moet gaan als je kinderboek illustrator wilt worden. Ik denk dat het niet uit maakt op welke Academie je dan afgestudeerd bent. De Willem de Kooning academie is vooral erg gericht op digitale media. Ik zelf maak juist alles met de hand. Hier heb ik dan ook best wel eens moeite mee gehad omdat ik niet zo heel goed met computers overweg kan. Maar in het derde jaar koos ik de richting Traditionele illustratie en toen waren de praktijk lessen meer gericht op Grafische technieken, schilderen en modeltekenen enzo. Ik heb veel technieken geleerd en uiteindelijk mijn eigen stijl gevormd. Maar dat had net zo goed op een andere academie kunnen gebeuren. Je weet dat als je iets veel doet wordt je er beter in. Ik heb heel veel geoefend en ontzettend hard gewerkt in mijn academie jaren. Hier is de basis gelegd.
Als afstudeeropdracht heb je de basis gelegd voor je eerste prentenboek “Slaapkamernachtdieren (2008)”, hoe ging dat in zijn werk?
Omdat ik op de academie heel weinig opdrachten kreeg die aansloten op wat ik later wilde worden, namelijk kinderboek illustrator, wilde ik heel graag als afstudeerproject een eigen prentenboek idee uitwerken. Het was wel moeilijk om het uiteindelijke idee te verzinnen want ik wist nog helemaal niet waar ik allemaal rekening mee moest houden. ook qua praktische kant. Hoeveel pagina’s, welk formaat. Hoe moet dat dan allemaal.
Mijn eerste idee was om een soort van determinatie gids te maken van allemaal verzonnen beesten. Zodat als je er een tegen kwam je aan de hand van de vragen in het boek, hoeveel pootjes heeft hij, welke kleur is hij enz. kon bekijken welk dier je gevonden had. Maar dit werd zo groot en ingewikkeld dat het eigenlijk onmogelijk was om dit te maken en er miste ook een soort van duidelijke basis. Toen besloot ik om alleen dieren te gebruiken die in je slaapkamer leven. En het op te schrijven als een soort van encyclopedie zodat het allemaal veel overzichtelijker werd en dus ook veel geschikter voor de doelgroep.
Uiteindelijk heb ik voor mijn afstuderen de cover gemaakt en een plattegrond en 6 slaapkamernachtdieren uitgewerkt. Dit was dus een heel duidelijk idee. Toen ik was afgestudeerd heb ik mijn slaapkamernachtdieren idee met nog een aantal andere illustraties opgestuurd naar een aantal uitgeverijen waarvan ik vond dat mijn werk bij hen past. Ik kreeg meteen van de Fontein een hele positieve reactie. Ze wilde mijn idee uitgeven. Fantastisch was dat. Verder kreeg ik ook illustratie opdrachten van andere uitgeverijen. Ik heb sinds dit moment altijd heel veel te doen gehad.
Is het werkproces dat je gebruikte voor “Slaapkamernachtdieren (2008)” illustratief voor hoe je nu werkt?
Nee. Slaapkamernachtdieren was mijn eerste boek en ik moest nog zoveel leren. Ik wist helemaal nog niet hoe dat allemaal werkte. Ik vind achteraf ook dat er best meer illustraties in hadden gekund. Er zit vrij veel tekst in en maar kleine illustraties. Dit past wel heel goed bij het idee van dit boek. Maar al mijn volgende boeken heb ik hierdoor wel veel voller getekend. En op een gegeven moment gaat alles veel sneller want dan snap je hoe het allemaal werkt.
Eerst schrijf ik mijn idee op en dan werk ik het uit als een heel klein storyboard schetsje. Niemand begrijpt wat ik getekend heb maar ikzelf heb dan al het hele verhaal in mijn hoofd ik kan zo al wel voor mezelf op een rijtje zetten of de opbouw goed is en of ik nog extra scenes nodig heb of dat er misschien iets weg kan. Dit is altijd best wel een puzzeltje om dit goed te krijgen.
Dan werk ik deze schets in verhouding van het boek groter uit. meestal op A4. Dit is dan meteen de eindschets. Die eindschets scan ik in op de computer en vergroot ik op het juiste formaat. Dan print ik hem uit zodat hij precies even groot is als het uiteindelijke boek. Ik trek dit over op aquarel papier en dan kan ik gaan inkleuren. Als mijn originele illustraties klaar zijn dan gaat het als pakket naar de lithograaf en daarna naar de vormgever en dan naar de drukker. Je wordt er steeds sneller en handiger in en je bedenkt je eigen manier van hoe je te werk gaat en wat voor jou het handigste is. Tegenwoordig werk ik wel altijd op deze manier.
Hoe lang duurt het dit hele proces eigenlijk? Van idee/concept tot drukklaar boek?
Meestal als een boek helemaal van mijzelf is doe ik er 2 tot 3 maanden over om de illustraties helemaal af te maken. Als ik een tekst krijg aangeleverd en hier dus niet over na hoef te denken kan het meestal een stuk sneller. De lithograaf heeft meestal 3 weken nodig om alles in te scannen en te bewerken zodat de kleuren als ze straks gedrukt worden zo dicht mogelijk in de buurt komen bij mijn tekeningen.
Aan welk prentenboek bewaar je de beste herinneringen? Op welke ben je het meest trots?
Ik weet nog hoe blij ik was toen mijn allereerste boek uit kwam. “Slaapkamernachtdieren” dus hier heb ik nog wel een heel speciaal gevoel bij. Maar op elk boek van mezelf ben ik trots. En allemaal op een andere manier. Ik vind dat ze niet op elkaar lijken en allemaal hun eigen kwaliteit hebben. Als ik nu terugkijk op alle boeken die ik gemaakt heb dan ben ik het meest trots op “Vlieg op, dikke Bromvlieg!”.
Ik vind zelf het idee en de uitwerking van dit boek heel goed. Het is een vijfluik over een heel vervelende bromvlieg. Hij is echt een eikel en doet allemaal stomme dingen. Hij zet een poppenhuis overhoop, komt in een strip, een krant en in een heel beroemd schilderij terecht. En ook in de tv waar hij allemaal problemen veroorzaakt. Als hij in de krant is zijn de pagina’s dus ook zwart wit en als hij in het schilderij komt dan heb ik de spreads in de kleuren en stijl van Vermeer geschilderd. Dit boek heeft ook een heel verpletterend einde.
Ook ben ik nog steeds heel blij dat ik vorig jaar het prentenboek van de Kinderboekenweek 2013 mocht maken “Zzz”. Ik was zo super blij toen ik deze eervolle opdracht kreeg van de CPNB.
Ben je momenteel bezig aan een nieuw prentenboek? Zo ja, kun je een tipje van de sluier oplichten?
Ik heb net een boek af. “Kreukel” het is vorige week naar de lithograaf gegaan. Het gaat over een hond die Kreukel heet. Hij denkt dat hij dikke vette maatjes is met zijn baas. En dat hij zijn baasje ontzettend goed helpt altijd. maar eigenlijk doet hij alles verkeerd. Op een gegeven moment zet zijn baasje hem bij het vuilnis, maar Kreukel denkt dat hij op vakantie mag. Uiteindelijk ontmoet hij een nieuw baasje die Kreukel helemaal fantastisch vind en ze doen allemaal gekke dingen samen.
Ik wil nu wel ook weer een nieuw boek gaan maken, eerst moet ik nog een paar projecten afronden voor educatieve uitgeverijen. Maar daarna ga ik weer nadenken over een nieuw eigen boek. Ik denk dat ik iets wil gaan doen in een nieuwe techniek.
Wat zijn jouw favorieten materialen / technieken / media om te illustreren? En waarom?
Ik illustreer meestal in een heel gemengde techniek. Ik gebruik ecoline, aquarel, gouache, potlood, inkt, pastel enz. enz. Ik gebruik soms ook collage. Ik kijk wat er moet gebeuren op de tekening en hoe ik dat dan het beste kan verbeelden. hier kies ik dan mijn materiaal bij.
Waar moet je op letten bij het gebruik van deze materialen / technieken / media?
Op een heleboel. Vooral omdat ik zoveel verschillende materialen tegelijk gebruik. sommige kunnen niet goed over elkaar heen omdat het dan bijvoorbeeld gaat vlekken ofzo dan weet ik dat ik bijvoorbeeld eerst de aquarel moet opzetten en dan pas de ecoline moet gebruiken. Dat leer je als je er veel mee werkt. Maar soms vind ik het ook wel fijn als er iets mis gaat en er iets onverwachts gebeurd. Dat los je dan weer op en dan wordt het heel anders dan je van tevoren had kunnen bedenken. Maar dat is ook wel heel spannend. De uitwerking van een boek is voor mij altijd een heel spannend moment.
Heb je zelf een aantal favorieten prentenboeken? En illustratoren en schrijvers? En waarom zijn dit jouw favorieten?
Ik heb heel veel favoriete prentenboeken. Vooral Franse prentenboeken vind ik heel mooi. Als ik op vakantie ga dan ga ik ook altijd naar een boekenwinkel om mijn verzameling aan te vullen. Ik vind de boeken van Catharina Valckx heel goed. Ze zijn heel grappig en mooi uitgewerkt.
Wat zijn voor jou zaken waar je echt op let tijdens het schrijven van een prentenboek?
Ik vind het belangrijk dat er veel humor in mijn werk zit. Ik denk vooral heel hard na over de opbouw van het verhaal en wat er op elke pagina moet gebeuren in beeld.
Wanneer ben je tevreden over de tekst?
Ik ben niet snel tevreden over mijn teksten. Daarom probeer ik ook altijd om zoveel mogelijk in beeld uit te leggen zodat ik zo min mogelijk tekst hoef te gebruiken. Mijn laatste drie boeken zijn zonder woorden. Soms heb je geen woorden nodig om een verhaal te vertellen. Dan laat ik de woorden liever weg. Vroeger waren mijn eigen favoriete boeken altijd de boeken waar grote kijkplaten in zitten en waarop dus heel veel te ontdekken is. Daarom wil ik zelf ook altijd graag zulke mooie kijkplaten maken.
Heb je tot slot nog (meer) tips voor beginnende illustratoren en schrijvers (van prentenboeken)?
Probeer veel uit en maak heel veel werk. Het is hard werken, maar als je iets veel doet word je er beter in.
Loes Riphagen (1983) studeerde in 2007 af aan de Willem de Kooning Academie in Rotterdam. Ze debuteerde in 2008 als kinderboekenschrijver en illustrator met het prentenboek “Slaapkamernachtdieren” (de Fontein). Met haar vrolijke, humoristische en eigenwijze illustraties valt Loes Riphagen op bij het publiek, de pers en verschillende jury’s. Haar werk is al in meerdere landen verschenen o.a. Frankrijk, Rusland, Duitsland, de Verenigde Staten, Denemarken, China, Korea, Japan en Slovenië. Voor haar illustraties in het boek “Huisbeestenboel” (Fontein) heeft zij De Vlag en Wimpel 2010 ontvangen en met het boek “Slaapkamernachtdieren” was zij genomineerd voor de kinderboekwinkelprijs 2009/2010. “Superheldjes” (Fontein) is zelfs verkozen tot kerntitel van de Kinderboekenweek 2011. In 2013 maakte Loes het speciale prentenboek van de kinderboekenweek “Zzz” (CPNB). Op dit moment werkt Loes in Amsterdam. Naast het werk aan haar eigen prentenboeken, bouwt Riphagen aan een oeuvre als illustrator van boeken van anderen. Ze illustreert werk voor verschillende schrijvers en uitgevers.
Bibliografie Loes Riphagen
“Tekst en illustraties van Loes Riphagen:
2008 Slaapkamernachtdieren: van Ammehoela tot Zwamneus (De Fontein)
2009 Huisbeestenboel (De Fontein)
2011 Superheldjes (De Fontein)
2012 De gele olifant (De Fontein)
2013 Vlieg op dikke bromvlieg! (De Fontein)
2013 Zzz (CPNB) (speciale prentenboek van de kinderboekenweek 2013)
2014 Kreukel (De Fontein)
2015 Bij de neus genomen (De fontein)
Illustraties van Loes Riphagen : 2008 Betoverend. Tekst van Nanda Roep (Pimento) 2009 De Kusjeskrokodil en andere lieve nachtbeesten. Tekst van Jozua Douglas (Clavis) 2009 De bloes van oom Ben. Tekst van Suzan Boshouwers (Clavis) 2009 Hoe je van niets iets kunt maken. Tekst Gesineke Veerman (Zwijsen) 2009 De weeshuisbende. Tekst van Martine Kamphuis (Clavis) 2010 Het rode ei. Tekst van Han van der Vegt (Gottmer) 2010 Giga Gertie: Wie niet groot is moet slim zijn. Tekst van Silvia van de Put (Clavis) 2010 Grimmie. Tekst van Pieter Feller (Moon) 2011 De grootste, de gevaarlijkste en andere bijzondere dieren. Tekst Jozua Douglas (Clavis) 2011 Wessel van Texel. Tekst van Erik van Os en Elle van Lieshout (Gottmer) 2011 Wat een mop. Tekst van Erik van Os en Elle van Lieshout (Zwijsen) 2011 Miniheksen. Tekst van Bette Westera (De Fontein) 2011 Wat een lef! Tekst van Monique van der Zanden (Zwijden) 2011 Wie niet groot is, moet een opa hebben. Tekst van Silvia van de Put (Clavis) 2011 Ik vaar met Sep en Saar. Tekst van Riet Wille (Zwijsen) 2011 Ik bak een koe. Tekst van Riet Wille (Zwijsen) 2011 Schaapjes op het droge. Tekst Bavo Dhooge (Zwijsen) 2011 De held van alle helden. Tekst Mark Haayema (Gottmer 2012 Ik wil een walvis! Tekst van Bette Westera (Gottmer) 2012 Dag Tim en aap Pim. Tekst van Riet Wille (Zwijsen) 2012 Sint en de pakjesdief. Tekst van Martine Bijl (De Fontein)” 2012 Klussen in de klas. Tekst Berdie Bartels (Zwijsen) 2012 Ik rijm, rijm, rijm. tekst diverse auteurs (Zwijsen) 2012 Er zit een feest in mij. Querido’s Poëziespektakel 5 (Querido) 2013 Smakelijk eten. Tekst Isabel Versteeg (Malmberg) 2013 De schat. Tekst Eus Roovers (Malmberg) 2013 De kluts van kip. Tekst Berdie Bartels (Zwijsen) 2014 Superpa gezocht. Tekst Bavo Dhooge (Zwijsen) 2014 Het zwarte ei. Tekst Han van der Vegt (Gottmer) 2014 Wat zit er in die tas? Tekst Maria van Eeden (Malmberg) 2014 Dirk durft het wel. Tekst Berdie Bartels (Malmberg) 2014 Pet gaat op reis. Tekst Monique van der Zanden. (Malmberg)
We gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze site zo soepel mogelijk draait. Als je doorgaat met het gebruiken van deze site, gaan we er vanuit dat je ermee instemt.OkPrivacybeleid