Dag Miriam, welke plek hebben prentenboeken in jouw oeuvre?
Ik heb momenteel twee prentenboeken geschreven en geïllustreerd. Dat zijn “Help! Een verrassing!” en “Cadeautje!”. Het was ook echt een verrassing dat mijn debuut prentenboek “Help! Een verrassing!” gekozen werd als prentenboek van het jaar 2024! 😉
Ik vind het erg leuk en bijzonder om ze zelf te mogen schrijven én illustreren. Het maakt dat zo’n boek nog meer van jezelf wordt dan wanneer je een verhaal illustreert van een andere schrijver. Tenminste, zo voelt het voor mij persoonlijk. Ik heb het idee dat ik er nog meer van mijn gevoel in durf te gooien. Ik mag illustreren hoe ik het zelf bedoel en hoef niet een interpretatie van iemand anders’ gevoel te maken.
Kun je wat meer vertellen over het prentenboek van het jaar 2024 “Help! Een verrassing!”?
Het verhaal begint met August de Vos die zich suf loopt te piekeren. Hij kan niet zo goed omgaan met verrassingen, en dat is precies wat hem te wachten staat. Zijn vriendin Suusje Eekhoorn komt hem straks ophalen, want ze heeft een verrassing voor hem (Help!). Zijn fantasie gaat met hem aan de haal als hij allerlei situaties bedenkt waar hij best wel bang van wordt. Hij besluit zich te verstoppen (waar hij niet zo goed in is) en Suus vindt hem direct en neemt hem mee. Dan ontdekt hij dat de verrassing eigenlijk best wel leuk is en dat Suus hem beter kent dan hij dacht.
Hoe ga je te werk bij het schrijven en illustreren van een prentenboek?
Inspiratie en ideeën put ik vaak uit eigen ervaring en gebeurtenissen. Een idee komt meestal op een onverwacht moment. Vaak komt er dan als eerst een beeld in me op en zie ik daar een verhaal in dat ik uit wil werken. Ik denk heel visueel. Ik moet het voor me zien. Daarna maak ik vaak wat kleine snelle schetsjes van de hoofdpersonen. Het zijn vaak echt maar een paar lijntjes, maar die lijntjes vertellen me genoeg om verder te kunnen. Dan kan ik ‘zien’ waar het verhaal naar toe kan gaan.
Daarna begin ik met het schrijven. Ik zet het verhaal op in grote lijnen. Vaak heb ik één scene in gedachte waarvan ik zeker weet dat het erin moet en waar ik me aan vast hou. Al de andere details die eromheen komen blijven vaak tot op het laatste moment wat flexibeler. Het verhaal moet uiteindelijk kloppen.
Wat zijn echte leermomenten geweest?
Dat zijn “terug naar de tekentafel” momenten. Bij het maken van mijn eerste boek realiseerde ik me halverwege het proces dat ik eigenlijk twee spreads moest omwisselen, omdat ik op die manier het verhaal beter kon vertellen. Het zou een grote verbetering zijn, maar dat betekende wel dat ik een deel van de illustraties weer helemaal overnieuw moest doen. Dat is aan de ene kant even slikken, maar op het moment dat je dat besluit is het ook heel waardevol. Je leert ervan en bedenkt je dat het alleen maar mooier en beter kan worden.
Heb je favoriete materialen om mee te werken
Ik werk graag met allerlei materialen door elkaar. Voor mijn boeken met August en Suus gebruik ik vooral aquarelverf. Maar ik combineer het met gouache, kleurpotlood, pastel, krijt, etc.
Bevalt de samenwerking met uitgeverij Lemniscaat?
Uitgeverij Lemniscaat is gewoon fantastisch . Het was voor mij heel onverwacht een warm bad om in te vallen. Ze zijn een bijzonder goed team en werken nauw samen met de auteurs en illustratoren.
Als ik met een verhaal kom word ik vaak nóg enthousiaster door hun enthousiasme. Ze begeleiden me met mijn verhalen. Er wordt nagedacht over de tekst, en ze helpen waar dingen beter verwoord kunnen worden, of zelfs versimpeld kunnen worden. Soms zien zij dingen die je zelf niet gezien had, of waar je zelf nog niet over nagedacht had, en dan krijg je weer een boost om alles nóg mooier en leuker te maken.
Heb je zelf een aantal favoriete prentenboeken?
Ik kies mijn boeken vooral vanwege de illustratoren. “Never Tickle A Tiger” van Pamela Butchart met de illustraties van Marc Boutavant. Ik hou van de humor en fijne details in zijn illustraties. En voor dit verhaal was hij gewoon perfect. Ik moest echt lachen toen ik het las. En die uitklap-pagina met de dieren die zich allemaal rot schrikken is goud!
“I Really Want the Cake” van Simon Philip en de illustraties Lucia Gaggiotti vind ik ook erg goed. Engelstalig, en op rijm. Maar met een heel slim en grappige dynamiek. De illustraties voegen ontzettend veel toe aan het razendsnelle en ondeugende verhaal.
“Captain Rosalie” van Timothée de Fombelle met de illustraties van Isabelle Arsenault. Het is een mooi, maar verdrietig verhaal van een meisje van 5 jaar ten tijde van de Tweede Wereldoorlog. De illustraties, die deels zwart wit zijn, met een paar steunkleuren, zijn verstillend en meer dan prachtig.
Ben je momenteel weer bezig met een nieuw prentenboek? Kun je al een tipje van de sluier oplichten?
Ik werk aan een nieuw idee voor August en Suus. Het is nog een heel pril concept, en er staat ook nog niets vast, maar héél misschien komt er een derde boek met het vosje en de eekhoorn in de hoofdrol.
Heb je tot slot nog (meer) tips voor beginnende illustratoren?
Wanneer je aan een kinderboek werkt ben je vaak maandenlang bezig. Dat is best een commitment en niet altijd even makkelijk. Je bent al die tijd maar gericht op dat ene ding; het afmaken van de illustraties van het boek. Tussendoor wil het dan wel eens gebeuren dat je ineens vast komt te zitten. Gewoon ineens: ‘Boem! Ho! Halt!’ En ineens staat alles stil. Je hebt geen zin meer, en alles wat je maakt is ‘blèh.’ De laatste illustratie is het lelijkste wat je ooit gemaakt hebt en je vraagt jezelf af waar je aan bent begonnen… De deadline is al over x dagen!
Ga dan niet panieken over je schema en al het werk dat nog moet gebeuren, maar gun jezelf een paar dagen de tijd om te rusten, te ’spelen’ en te experimenteren. Desnoods laat je de klant weten dat je wat meer tijd nodig hebt. Het voelt onnatuurlijk, maar een goede manier om van zo’n block af te komen is door gewoon even de pauzeknop in te drukken, zelfs als je weet dat je deadline nadert. Voor mij persoonlijk voelt het altijd onprettig om af te wijken van mijn planning, maar je hebt er soms heel veel aan.
Ga even wat anders doen, of teken iets wat niks met het boekproject te maken heeft. Of, teken de figuren uit je boek in een heel andere setting en context. Probeer even iets anders en experimenteer met je materialen. Dat helpt je vaak weer inspiratie op doen om weer verder te kunnen. Maar gewoon even helemaal niets doen dat met tekenen te maken heeft kan ook de oplossing zijn. Het belangrijkste is dat je jezelf even die tijd gunt zodat je weer verder kunt.
Wil je meer weten over Miriam Bos en haar werk als schrijver en illustrator van prentenboeken? Bezoek dan haar eigen website!