Tag archieven: Klassieker

Over een kleine mol die wil weten wie er op zijn kop gepoept heeft

Auteur: Werner Holzwarth;
Illustrator: Wolf Erlbruch;
Oorspronkelijke uitgave: Vom Kleinen Maulwurf, Der Wissen Wollte, Wer Ihm Auf Den Kopf Gemacht Hat , Peter Hammer Verlag, 1989;
Uitgever Nederland: De Vries-Brouwers, 1990;
Vertaling: Ineke Ris;
24 pagina’s.

Wereldwijd zijn er al meer dan twee miljoen exemplaren van dit prentenboek verkocht. Dat de mol met poep op zijn hoofd nog steeds niet aan kracht heeft ingeboet mag blijken uit het feit dat het boek, zij het in meerdere verschijningsvormen, al jarenlang tot de best verkochte prentenboeken in Nederland behoort. Het is poupulair bij peuters die “potjestraining” krijgen, maar zeker ook bij oudere kinderen (en ouders).

Tja, kleine kinderen en poep…. Dat is ook makkelijk scoren. De meeste peuters liggen al dubbel bij het zeggen van alleen het woord. Daarmee doe je deze klassieker wel tekort. De gekleurde tekeningen (gemaakt met krijt) zijn hilarisch en verbeelden prachtig de emotie van de mol en de dieren. Het verhaal zit ook nog eens goed in elkaar. De mol heeft een (stinkend) probleem en dat moet wel opgelost worden! De kracht zit in de herhaling en de humor van zowel tekst als beeld. Met veel verschillende geluiden (“Ratatata, daar vlogen vijftien knikkerkeuteltjes om de mol zijn oren”) is het ook een echt voorleesboekje. Het boekje is trouwens erg leuk vertaald door Ineke Ris.

Illustratie uit "over een kleine mol....", Holzwarth, Erlbruch; Vries-Brouwers 1990.
Illustratie uit “over een kleine mol….”, Holzwarth, Erlbruch; Vries-Brouwers 1990.

Laat je niet afschrikken doordat het boekje slechts 24 pagina’s telt. Je zult het waarschijnlijk toch tientallen keren moeten voorlezen…

Het verhaal over een kleine mol..

Een stoere mol krijgt op een ochtend een verse drol op zijn hoofd. “Wel hier en gunter”, riep de kleine mol. “Wie heeft er op mijn kop gepoept?”. Vervolgens vraagt hij dat aan een duif, een paard, een haas, een geit, een koe en een varken. De herkenbare (boerderij)dieren zeggen dat zij dat niet gedaan hebben en laten vervolgens zien hoe hun poep er uit ziet. De mol loopt trouwens al die tijd met de drol op zijn hoofd. Dan komt de mol langs twee strontvliegen en vraagt hen om hulp. Ze ruiken aan de drol en vertellen de mol dat het een drol is van een hond. De mol weet genoeg en rent naar “Bullebak”, de hond van slager om op gepaste wijze wraak te nemen.

Wist je trouwens dat een “mol” in het Duits “maulwurf” heet…

Illustratie uit "over een kleine mol....", Holzwarth, Erlbruch; Vries-Brouwers 1990.
Illustratie uit “over een kleine mol….”, Holzwarth, Erlbruch; Vries-Brouwers 1990.

Raad eens hoeveel ik van je hou

Auteur: Sam McBratney;
Illustrator: Anita Jeram;
Oorspronkelijke uitgave: Guess how much I love you, Walker Books 1994;
Uitgever Nederland: Lemniscaat, 1994;
Vertaling: L.M. Niskos, collectief pseudoniem van uitgeverij Lemniscaat;
36 pagina’s.

“Hazeltje en de Grote Haas houden vreselijk veel van elkaar. Maar hoeveel precies – dat is niet makkelijk te meten!” Dit staat op de achterzijde van de oorspronkelijke uitgave uit 1994 van het prentenboek “Raad eens hoeveel ik van je hou”, geschreven door Sam McBratney en geillustreerd door Anita Jeram. Twintig jaar later is het boek, dat in meer dan 53 talen is uitgegeven en waarvan er meer dan 28 miljoen exemplaren zijn verkocht, een moderne klassieker geworden. In Nederland won het boek destijds een zilveren griffel. Inmiddels is het boek in verschillende vormen verschenen, zijn er diverse spin-offs gemaakt en is er zelfs een complete persoonlijke verzorgingslijn op gebaseerd.

Raad eens hoeveel ik van je hou gaat over twee bruine hazen, Hazeltje en Grote haas (het zouden vader en zoon kunnen zijn, maar net zo goed opa en kleinzoon). In het begin van het boek vraagt Hazeltje aan Grote Haas: “Raad eens hoeveel ik van je hou”? “Oei dat is moeilijk, zegt Grote Haas. Dat kan ik niet raden. Hoeveel dan wel? Zoveel, Hazeltje rekt zijn armen uit zover hij maar kan.” Vervolgens ontpopt zich een “strijd” tussen de twee hazen waarin ze willen laten zien hoeveel ze van elkaar houden. Ze gebruiken hiervoor steeds grotere gebaren en voorbeelden. “Ik hou van jou helemaal tot aan de Maan” zegt Hazeltje vlak voordat hij in tevreden in slaap valt. Terwijl Hazeltje slaapt fluistert Grote Haas nog iets in zijn oor waardoor hij toch “gewonnen” heeft…Illustratie uit Raad eens hoeveel ik van je hou, Jeram, 1994

Illustratie uit Raad eens hoeveel ik van je hou, Jeram, 1994

Het succes en kracht van het prentenboek zit in de (ogenschijnlijke) eenvoud en de herkenbaarheid. Hoe zeg je nu hoeveel je van je kind houdt? Dat is eigenlijk niet te meten of te beschrijven. En dat is precies waar raad eens hoeveel ik van je hou over gaat. Ook het spelletje van elkaar overtreffen zal voor veel kinderen en ouders bekend voorkomen. Een lief, grappig en vertederend boekje om aan je kind voor te lezen of bijvoorbeeld als kraamcadeau te geven. De repeterende tekst laat zich gemakkelijk voorlezen en het is, zeker voor jonge kinderen, een ideaal boekje voor het slapen gaan. Is er dan helemaal geen kritiekpunt te vinden? Jawel, voor sommigen is dit verhaaltje misschien wat te zoet (zeker voor oudere kinderen). Ook worden de woorden “Hazeltje” en “Grote bruine haas” wel erg vaak gebruikt in de tekst.

Illustratie uit Raad eens hoeveel ik van je hou, Jeram, 1994
Illustratie uit Raad eens hoeveel ik van je hou, Jeram, 1994

De overwegend groene en bruine illustraties, getekend met inkt en waterverf, dragen bij aan de rustige en lieflijke sfeer. De gekozen ronde lijnvormen, de lange oren en expressieve houdingen en gezichtsuitdrukkingen van de hazen zijn perfect gekozen door Anita Jeram. Neem eens een kijkje op de website van de illustrator.

Vervolg Raad eens hoeveel ik van je hou

Het originele boek is in verschillende vormen verschenen, als luxe editie, als pop-up boek en er zijn diverse afgeleide boeken verschenen zoals een seizoenen boek en ontdek boeken.  Er bestaat echter ook een boek met vier nieuwe verhalen over Hazeltje: “Raad eens hoeveel ik van je hou, altijd en overal”. Voor liefhebbers  is dit boek ook zeker de moeite waard.

 

De Gruffalo

Gruffalo omslag

 

Auteur: Julia Donaldson
Illustrator: Axel Scheffler
Oorspronkelijke uitgave: The Gruffalo, Macmillan, 1999
Uitgever Nederland: Lemniscaat, 1999
Leeftijd: vanaf ca. 4 jaar
32 pagina’s
Bekroond met: Smarties Gold Medal Award for picture books (1999) en the Blue Peter Award for The Best Book to Read Aloud (2000).

Hoewel het prentenboek in 1999 voor het eerst is uitgegeven is het inmiddels al een klassieker te noemen. Het is commercieel gezien één van de meest succesvolle prentenboeken aller tijden. Meer dan 10 miljoen exemplaren zijn er wereldwijd van verkocht. Het boek is inmiddels verfilmd en kent een eveneens succesvol vervolg “Het kind van de Gruffalo” (ook verfilmd). Daarnaast zijn er diverse Gruffalo artikelen te koop (het beest heeft een eigen website!). Van pluche beesten, tot rugzakken, van puzzels tot broodtrommels. De Gruffalo is here to stay!

Wat verklaart nou dat succes? Zoals bij de meeste succesvolle prentenboeken is dat met name de wijze waarop de treffende illustraties en het originele verhaal samenvloeien. Het verhaal verveeld niet snel, er is genoeg te ontdekken in tekst en tekening. Het verhaal is bovendien op rijm gezet (aabb) en de tekst kent een aantal slimme herhalingen waardoor het geheel nog beter blijft hangen. Uiteraard komt de rijm in het Engels beter zijn recht, maar ook in het Nederlands blijft de rijm overeind. De kleurrijke aantrekkelijke illustraties zijn gemaakt met kleurpotlood, inkt en waterverf. En ja, inderdaad, een Gruffalo, ziet er zo uit… Als je niet beter zou weten zou je hem zo in het wild tegen kunnen komen. Echt angstaanjagend is hij trouwens niet, eerder lomp en grappig. Voeg daarbij de humor, de spanning, de fantasie en herhaling in tekst en tekening en je hebt een prentenboek dat nog lang verkocht zal gaan worden.

Het verhaal
Het verhaal gaat over een muisje dat achtereenvolgens een vos, een uil en een slang ontmoet. Alledrie proberen ze het muisje te lokken om hem uiteindelijk op te eten. Echter, het pientere muisje verzint een imaginair angstaanjagend beest: de Gruffalo, waar hij al bij gaat eten. Hier schrikt hij zijn vijanden mee af. Maar dan ontmoet hij de Gruffalo echt! Ook hij wil het muisje opeten. “Ho, ho riep de muis, nu maak je een fout, ik ben het gevaarlijkste dier van het woud”. En om zijn woorden kracht bij te zetten neemt hij de Gruffalo mee naar de slang, de uil en de vos. Die schrikken zich natuurlijk een hoedje van de echte Gruffalo. Echter, de Gruffalo denkt dat ze van de muis schrikken en als muis zegt dat hij wel zin heeft in Gruffalo-tartaar druipt hij maar af. Wie niet sterk is, moet slim zijn!  Enige uitleg kan wel noodzakelijk zijn bij jonge kinderen om de clou te kunnen snappen.

Er is inmiddels ook een leuk en succesvol vervolg op de “Gruffalo” verschenen: “Het kind van de Gruffalo”.

Max en de Maximonsters

Auteur: Maurice Sendak  Illustrator: Maurice Sendak
Oorspronkelijke uitgave: 1963, Harper & Row
Oorspronkelijke titel: Where the wild things are
Uitgever Nederland: Lemniscaat 1968
40 pagina’s
Vanaf ca. 4 jaar
Bekroond met: Caldecott Medal 1964

Dit klassieke prentenboek wordt nog steeds uitgegeven en is te verkrijgen in de meeste (online) boekwinkels.  En terecht. Max en de Maximonsters blijft een prachtig verhaal met schitterende kleurenillustraties gemaakt met pen en inkt. Een schoolvoorbeeld van hoe je een prentenboek maakt. Het verhaal en de prenten sluiten naadloos op elkaar aan en vormen een prachtig geheel. Het is bijna kunst….

Voor degenen die het verhaal niet kennen. Het gaat over een jongetje Max die, verkleed in zijn wolvenpakje, thuis kattenkwaad uithaalt. Als hij ook nog brutaal is stuurt zijn moeder hem zonder eten naar bed. Boven op zijn kamer verandert de wereld van Max in een fantasiewereld. Bomen groeien in zijn kamer en “de zee kwam aanrollen met een eigen boot voor Max.” Met zijn bootje zeilt Max naar een eiland waar de Maximonsters wonen. Max wordt koning van de Maximonsters en hij viert feest met ze. Totdat hij zich toch wat eenzaam voelt….Hij verlangt naar een plek waar iemand heel veel van hem houdt…. Hij ruikt een heerlijke geur en vaart terug naar huis.. Eenmaal thuis staat er bord eten voor hem klaar… en het is nog warm ook….

Illustratie uit Max en de Maximonsters.
Illustratie uit Max en de Maximonsters. © M. Sendak. Lemniscaat

Hoewel de achterliggende betekenis van het verhaal bij de meeste kinderen niet direct binnen zal komen, is het ook voor jonge kinderen een intrigerend prentenboek. Met name de kundige wisselwerking tussen de realiteit en de fantasiewereld en natuurlijk de interactie met de “angstaanjagende” Maximonsters zal tot de verbeelding spreken. Dat Max in werkelijkheid met zijn boze gevoelens probeert om te gaan is natuurlijk goed uit leggen aan kinderen. Let wel, de Maximonsters zien er wel degelijk best wel eng uit. Dit zal veel kinderen aantrekken, maar voor sommigen zal het te eng zijn. Het boek betekende een ommekeer in de prentenboekwereld. Prentenboeken hoeven namelijk niet altijd “zoet” te zijn om een boodschap te verpakken en gaan uit van de eigen denkkracht van het kind. En dat is een succes gebleken…Wereldwijd zijn er circa 20 miljoen exemplaren van Max en de Maximonsters verkocht. Het boek is tevens verfilmd.