De beste oefening om een prentenboek te schrijven is ….. het schrijven van een prentenboek. Probeer jezelf continu te verbeteren. Laat anderen kritisch naar je tekst kijken. Richt eventueel een schrijfclubje op. En schrijf, schrijf en schrijf. Koop een paar goede boeken over het schrijven een prentenboek. Wat uiteraard ook kan helpen is het lezen en bestuderen van (bekende) prentenboeken. Probeer de keuzes van de auteur te achterhalen. Wat vind je goed en wat vind je minder goed? Lees ook zeker de interviews met schrijvers van prentenboeken.
Oefeningen:
Lees het boek in eerste instantie gewoon door. Leuk?
Lees alleen de tekst. Is het verhaal te lezen zonder de illustraties?
Lees het verhaal hardop. Leest het goed weg?
– herhaal bovenstaande en probeer de onderstaande vragen te beantwoorden:
Inhoud
Zit er een boodschap of moraal in het verhaal?
Wie zijn de hoofdpersonages? Probeer ze te beschrijven.
Wat is het thema?
Wat is het probleem dat wordt opgelost? Of wat is de vraag en wat is het antwoord?
Wie vertelt het verhaal? Wat is het vertelperspectief?
Probeer het verhaal eens op te schrijven vanuit een ander perspectief.
Wat is het tijdsframe waarin het verhaal wordt verteld?
Wat is de setting? De locatie? Waarom is deze gekozen?
Wat vind je van de opening(szinnen)? Stimuleert het om verder te lezen?
Probeer eens te spelen met andere openingszinnen.
Wat vind je van het einde? Is het bevredigend?
Structuur
Is het verhaal in te delen in een begin – middenstuk – einde?
Zit er rijm in de tekst? Is het ritmisch (lees hardop!)?
Zijn er bepaalde woorden en zinnen die herhaald worden?
Hoe is de tekst verdeeld over de pagina’s? Zijn er pagina’s met veel of juist weinig tekst?
Zijn de pagina-eindes goed gekozen (wil je de bladzijde omslaan)?
Probeer te spelen met een andere indeling van de tekst.
Vullen tekst en illustraties elkaar aan?
Worden er dingen afgebeeld die niet worden verteld met de tekst? Kun je verklaren waarom?