Interview Mark Janssen

Dag Mark, welke plek hebben prentenboeken in jouw oeuvre?

Sinds 2016 nemen mijn eigen prentenboeken de meest belangrijke plek binnen mijn oeuvre in. Het zijn de boeken die mij de beste mogelijkheden geven om mijn verhaal te vertellen en waar ik echt kan uitpakken met de illustraties. Het zijn meestal boeken op mooi groot formaat en ik probeer er echt wat bijzonders van te maken. Tot op heden heb ik vier prentenboeken zelf geschreven; Mijn debuut “Niets gebeurd” in 2016, “Dino’s bestaan niet in 2017 en “Eiland” in 2018, alle van Lemniscaat, plus “Eén eenhoorn, alsjeblieft!” met uitgeverij Moon 2018.

Mark Janssen
Mark Janssen
Je hebt pas recent zelf je eerste prentenboek gemaakt?

Wat de mensen bijna niet meer weten, is dat ik in het begin van mijn loopbaan, in 2002, al een eigen prentenboek heb gemaakt (“De grote verrassing”). Daarna heb ik niets meer gemaakt, behalve het illustreren van honderden kinderboeken voor andere auteurs. Het is er gewoon niet meer van gekomen en het heeft jaren geduurd voordat ik weer een prentenboek illustreerde… Dat werd een prentenboekenreeks over voetbal genaamd “de Voetbalbengels”, van auteur Gerard van Gemert (Clavis). Ik tekende daarna Roodkapje voor Van Goor en de Efteling en daarna heb ik de prenten gemaakt van ‘Ik wil een leeuw!’ van Annemarie van der Eem (Lemniscaat) in 2017. Dit laatste boek plaats ik met alle liefde in het rijtje van bijzondere boeken die ik na mijn switch in 2016 maakte.

‘Niets gebeurd’ is uitgekomen in 2016 en beschouw ik als mijn debuut. Ik ben al 21 jaar bezig als illustrator, maar ik vond de tijd nog niet rijp om met eigen werk te komen. Ik had wel een heel duidelijk beeld in mijn hoofd, hoe mijn boeken er uit zouden moeten zien. Welke look en feeling en techniek, maar ik had het nog niet in de vingers. Ik wist eigenlijk niet goed hoe ik het moest aanpakken. Dat heeft jaren geduurd totdat alle losse eindjes opeens wél bij elkaar kwamen. Alsof een vulkaan tot uitbarsting kwam. Ik maakte in één penseelstreek alle illustraties van ‘Niets gebeurd’ achter elkaar, zonder dat een illustratie over gedaan moest worden en met deze stapel ging ik naar uitgeverij Lemniscaat. Of ze er wat in zagen…Het boek is meteen uitgegeven en voor mij is er enorm veel positiefs gebeurd sinds …..”Niets gebeurd”.

Niet gebeurd - Mark Janssen - Lemniscaat -2016
Niet gebeurd – Mark Janssen – Lemniscaat -2016
Wat maakt prentenboeken voor jou anders dan andere kinderboeken?

Ik ben een echte beelddenker en mijn hele leven al ben ik gefascineerd door het beeld in kinderboeken. Niets ten nadele van de echte leesboeken, maar ze begeven zich op een andere planeet voor mij. Je hebt de planeet van het woord en de planeet van het beeld. Ze hebben zich onderling nodig in de kinderboeken. Soms zelfs minimaal of helemaal niet. Als dat laatste het geval is, dan kom je wat meer in de prentenboeken terecht en daar kan ik mijn talent meer laten zien dan in de leesboeken die terecht door de auteurs gedragen worden. Artistiek kom ik dus het best tot mijn recht in een prentenboek.

“Dino’s bestaan niet” is gekozen in de Prentenboek Top 10 voor de Nationale Voorleesdagen 2019 en won een Vlag en Wimpel van de Penseeljury. Waar gaat het boek over?

Het boek gaat over twee broertjes die ’s avonds laat dino’s gaan vangen in het bos. Het jongste broertje neemt het heel serieus op, terwijl zijn oudere broer weet dat ze een spel spelen. Hij doet ALSOF ze dino’s gaan vangen. Maar wie van de twee heeft het bij het rechte eind? De lezer ziet allerlei taferelen ontrollen die de kinderen niet zien, omdat in de prenten heel erg wordt uitgezoomd. Er zijn hele landschappen te zien waarin men zich de vraag kan stellen; zijn dat nu wel of geen dino’s?

Wat heel bijzonder aan het boek is, dat er vier prenten in staan die je kunt uitklappen tot een tekening van een meter breed. Ik hield mezelf als jochie van 6, 7 of 8 jaar oud voor ogen; wegdromend bij prachtige prenten waarop heel veel te zien was. Dat wilde ik aan de lezer geven. Geen tekeningen waar je in één oogopslag alles gezien hebt, maar waar je kunt blijven kijken en telkens nieuwe dingen ontdekt. Aandacht voor het grote geheel, maar ook voor het kleinste detail.

Illustratie uit Dino's bestaan niet - Mark Janssen - Lemniscaat - 2017
Illustratie uit Dino’s bestaan niet – Mark Janssen – Lemniscaat – 2017
Hoe ben je op het idee gekomen voor dit prentenboek?

Dat is een leuke anekdote. Ik woon in Zuid-Limburg en mijn hobby is wielrennen. Een paar keer per week fiets ik naar het zuiden richting de Belgische stad Luik. Toen ik boven op een heuvel over het Luikse landschap keek, zag ik eigenaardige heuvels rond de stad liggen. Die had ik al vaker gezien natuurlijk, maar in een jolige bui, zag ik er opeens de ruggen van dino’s in. Op de terugweg naar huis, kwam het verhaal opborrelen dat kinderen langs de heuvels liepen en niet wisten welk groot gevaar ze liepen. Wij als verre toeschouwer zien er een dino in, maar de kinderen zo vlakbij, zouden alleen maar een begroeide heuvel zien. Het boek was geboren!

Wat ga je doen voor de promotie van het boek?

Ik kom zelf wat minder in actie, maar rond de kinderboekenweek zit ik vol met lezingen en workshops waarin de Dino’s ook naar voren komen natuurlijk. Er komt een reizende tentoonstelling van de prenten langs de kinderboekhandels in Nederland en in de grote bibliotheek van Rotterdam komt gedurende de hele zomerschoolvakantie een grote ‘Dino’s bestaan niet’ expositie met dino-glijbaan en experience-hoek. Op 24 augustus om 14 uur ben ik er trouwens persoonlijk om voor te lezen, te signeren en boeken te verkopen. U bent allen meer dan welkom! 

Hoe ga je te werk bij het schrijven en illustreren van een prentenboek?

Het idee krijgen is het moeilijkste. Dat is de basis van alles. Dat moet goed zijn; het moet kloppen, het moet simpel en eenvoudig zijn; je moet het meteen snappen. Juist dat eenvoudige is het moeilijkste, want je bent al snel geneigd om hele verhalen en zijlijnen er bij te halen om zaken uit te leggen. Dan wordt het echter te ingewikkeld en zwakt het de kwaliteit alleen maar af. Zo’n idee krijgen is moeilijk hoor. Vaak gaan er maanden voorbij waarbij je echt wilt dat er wat gebeurt op dat vlak. Het zijn daarom vaak hele toevallige ingevingen of gedachtes. Het idee voor Eiland kwam in 3 secondes tot me, terwijl ik al maanden zoekende was. Het klopte van begin tot eind en dan weet je dat het zover is.

Dan ga je het heel snel op papier krabbelen. Steekwoorden en hele snelle schetsen om de kern vast te leggen. Als dat is gebeurd, ligt het vast en haal je opgelucht adem. Vervolgens ga je het uitwerken; met schetsen, met schaven en doorhalen. Je verdeelt je idee in 12 stukjes. Het zijn de 12 spreads van een klassiek prentenboek. Je kijkt of het ritme klopt en of de pay-off goed uit de verf komt. Is één spread genoeg hiervoor of toch twee. Je bent bezig met het idee in de juiste pasvorm te gieten.

Na het schetsen ga ik verder met het schilderen op papier. Ik werk de karakters, de dieren en alle andere items die in de illustratie komen uit met aquarel. Op het laatst poets ik op de computer storende zaken weg met Photoshop. Dat wil dus zeggen dat het een digitaal bestand wordt.

Van schets naar illustratie - Dino's bestaan niet
Van schets naar illustratie – Dino’s bestaan niet
 Is er veel veranderd in jouw werkproces tussen je debuut en nu?

In het werkproces niet, maar ik neem er nu wel veel meer tijd voor. Ik heb meer rust en geef het alle tijd om het beste naar voren te halen. Vroeger was ik wat gehaaster en ook wat minder overtuigd van mijn eigen werk helaas. Daarom twijfel je wat meer en neem je ook niet de luxe om er eindeloos aan te werken. Ik ben dus gegroeid in zelfvertrouwen en geloof in eigen kunnen…

Wat zijn echte leermomenten geweest?

Echte leermomenten dienen zich onaangekondigd aan; dat zijn bijvoorbeeld toevallige ontmoetingen met collega illustratoren geweest die (voor 2016) vertelden dat ze nee durfden te zeggen tegen opdrachten die hen niet goed pasten, ook al konden ze de vergoeding goed gebruiken. Of mededelingen dat je je hart moet volgen in je werk. Zaken die mij op de juiste momenten voedden om ze toe te passen.

Aan welk boek, auteur en/of uitgeverij bewaar je de beste (of leuke) herinneringen en op welke ben je het meest trots?

Ik ben trots op de fijne samenwerkingen met verschillende auteurs. Daarnaast heb ik natuurlijk leuke herinneringen aan mijn allereerste gesprek bij uitgeverij Lemniscaat toen ik totaal out of the blue met een stapel illustraties aankwam (“Niets gebeurd”) en men zich letterlijk afvroeg onder welke steen ik al die jaren had gelegen.

Verder ben ik heel trots op mijn laatste eigen prentenboek “Eiland” dat ik gelijktijdig voor een grote Chinese uitgeverij heb gemaakt, als voor Lemniscaat. De Chinese rechten liggen bij de Chinese uitgeverij en alle andere wereldrechten bij Lemniscaat.

illustratie uit Eiland - Mark Janssen - 2018 - Lemniscaat
illustratie uit Eiland – Mark Janssen – 2018 – Lemniscaat
 Heb je zelf een aantal favoriete prentenboeken? En illustratoren en schrijvers? En waarom zijn dit jouw favorieten?

Tijdens mijn kunstacademie-periode kocht ik alle boeken van de Oostenrijkse illustratrice Lisbeth Zwerger. Haar werk heeft me de eerste basis gegeven in de aquarel schildertechniek, die ik eigenlijk nog tot op heden gebruik. De laatste jaren komen er geen boeken meer van haar uit, wat ik heel jammer vind. Op dit moment kan ik ook erg genieten van een groep illustratoren die ons allen wel bekend is. Ik ga geen namen noemen, want daar doe ik anderen weer mee te kort, maar ze maken op dit moment de meest opvallende en mooiste boeken in prentenboekenland.

Ben je momenteel weer bezig met een nieuw prentenboek? Kun je al een tipje van de sluier oplichten?

Ik heb op dit moment van schrijven inderdaad een nieuw idee in mijn hoofd. Als het goed gaat en wordt goedgekeurd door de uitgever, dan wil ik daar na de zomer aan beginnen. Ik kan niet te veel verklappen, maar waarschijnlijk wordt het weer tekstloos (zoals Eiland) en het thema is Monsters. Ergens in 2019 komt het dan uit. Spannend!!!!

Heb je tot slot nog (meer) tips voor beginnende auteurs en illustratoren (van prentenboeken)?

Ja, dat heb ik wel; soms moet je jezelf meer tijd gunnen. Prentenboeken zijn geweldig om te maken, maar als je gevoel zegt, dat je nog niet het onderste uit de kan kunt halen; wacht dan gewoon nog even. Je hoeft niet meteen in de Champions League uit te komen; probeer eerst in een klasse er onder de top te halen!

Ik ben een hele trage leerling geweest; maar liefst 18 jaar heeft het geduurd voordat de tijd er rijp voor was. In de tussentijd had ik ook bepaald niet stil gezeten; ik maakte hele goede illustraties voor talloze kinderboeken, voor schoolboeken en een hoop andere projecten. Het gaf in 2016 wel de basis om meteen heel goed te debuteren en dat is ook wat waard!

Wil meer weten over Mark Janssen en zijn werk? Neem dan eens een kijkje op zijn eigen website.

 

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *