Marije, hoe ben jij “prentenboek illustrator” geworden?
Bij de KABK (Koninklijke Academie voor Beeldende Kunsten in Den Haag) heb ik grafisch en typografisch ontwerpen gestudeerd, in Schotland heb ik een half jaar illustratie gedaan. Tijdens mijn afstudeerjaar heb ik in Italië bij Fabrica gewerkt, de studio van Oliviero Toscani. Alle plekken waren zeer inspirerend en leerzaam, maar niet specifiek gericht op het maken van prentenboeken. Daar ben ik pas na mijn studie aan begonnen door boeken te bekijken van zeer uiteenlopende makers en door heel veel te tekenen. De beeldtaal die ik gebruik voor prentenboeken heb ik mijzelf aangeleerd, maar ik denk zeker dat mijn grafische achtergrond een belangrijk aandeel heeft geleverd in verschillende lagen van mijn vak.
Ben je fulltime boek illustrator of heb je daarnaast nog andere werkzaamheden?
Ik ben fulltime illustrator. Het vak is zeer divers en gelukkig heb ik ontzettend veel op mijn lijst staan de komende jaren, concrete opdrachten, maar ook wensen en dromen. Momenteel werk ik o.a. aan een animatiefilm voor KRO-Kindertijd. Vanaf december te zien op tv!
In 2002 debuteerde je met je eerste prentenboek “Tussen Mees en Mol” geschreven door Carli Biessels. Kun je wat vertellen over het tot stand komen van dit prentenboek?
Oorspronkelijk ben ik opgeleid tot Grafisch ontwerper. Maar in de praktijk vond ik het vak veel minder creatief dan verwacht. Daarom bleef ik altijd tekenen, ook naast mijn baan bij een grafische studio. Op een dag heb ik bij uitgeverij Van Goor mijn tekeningen laten zien. Het was puur toeval en geluk dat nét in die periode Carli Biessels op zoek was naar een nieuwe geschikte illustrator voor haar boek Tussen Mees en Mol. Ik kreeg het vertrouwen en mocht de twee vrienden verbeelden. De tekst van Carli raakte mij direct, ik kon mij heel goed verplaatsen in de karakters van Mees en Mol. Na vele schetsen ontstonden de personages en vervolgens heb ik het boek in twee maanden uitgewerkt. Sinds Mees en Mol is mijn atelier altijd in beweging geweest.
Is het werkproces voor “Mees en Mol” illustratief voor hoe je nu werkt aan een prentenboek?
In het begin, rond 2006 tekende ik heel veilig, koos ik voor een zoektocht met veel schetsen en een volledig doordacht storyboard. Ik tekende als het ware volgens mijn eigen regels en zelfbedachte opgelegde mogelijkheden. Tegenwoordig vind ik het fijn en bijzonder spannend om dit hele proces in de uitgewerkte illustraties te laten ontstaan. De zoektocht naar de juiste sfeer, kleurgebruik, compositie, vormtaal, lijnvoering, daar speel ik mee in de illustraties die daadwerkelijk het boek gaan vormen. Daarmee hoop ik de spanning van een eerste schets (die bij veel tekenaars krachtig en raak is) direct in de originelen te behouden.
Ter illustratie, de etsen uit de Boomhut zijn allemaal direct beschilderd, zonder schets, plan of scenario. Ik laat mij volledig omarmen door de wereld, de sfeer en emotie van de tekening waar ik aan werk. De werkwijze van een prentenboek is nooit hetzelfde, ik handel altijd in belang van het betreffende boek. De boomhut vroeg om licht lucht en ruimte, zonder woorden. De vrijheid van de natuur en van stille geheimen hoog in een hut.
Het boek verkeerde sokken met Youp is veel concreter. Om daar extra lagen in te zoeken heb ik gewerkt met reeds bestaande schilderijen. Olieverf schilderijen uit mijn Academie tijd. De doeken heb ik allemaal los gesneden en dat werd ‚het papier’ waar ik op werkte. Ik draaide de doeken om of knipte er stukken uit, tekende er overheen of plakte weer een stuk linnen aan. Laag voor laag en daar dwars doorheen veel humor in details, waar de tekst van Youp om vraagt.
Je hebt zelf twee prentenboeken gemaakt “de boomhut”en “het eiland” (met je vader Ronald Tolman). Opvallend is dat beide boeken tekstloos zijn. Wat is hier de reden van?
De boomhut en Het eiland zijn beide boeken waar wij proberen de kijkers en lezers te dwingen om zélf verhalen te verzinnen. Voor de serie van Leopold/Gemeentemuseum Den Haag heb ik een prentenboek getekend én geschreven; „Ensor, de grote maskerade.” Bij tekstloze prentenboeken kan ik de totale ruimte nemen, bij teksten van auteurs laat ik mij graag meedeinen in de emotie en uitwerking waar het verhaal om vraagt.
Je hebt inmiddels behoorlijk wat prentenboeken geïllustreerd. Op welke ben je zelf het meest trots?
De boomhut staat nog steeds met stip bovenaan. Vanwege de experimentele uitwerking, de internationale prijzen en reizen, het gouden penseel, maar bovenal de vriendschap met mijn vader waardoor het een juweel van een boek is geworden.
Heb je zelf een aantal favoriete prentenboeken? En illustratoren en schrijvers?
Favoriete schrijvers heb ik zeker. Wenslijsten ook. Maar dat is een soort magie waar ik geen woorden aan wil besteden. Illustratoren: Shaun Tan, Wolf Erlbruch, Oliver Jeffers, Maurice Sendak, Quentin Blake, Janosch, Sempé, Michael Sowa en vele anderen…
Wat zijn jouw favorieten materialen / technieken / media om te illustreren? En waarom?
De combinatie van grafiek en tekeningen vind ik erg fijn. Grafische lijnvoering/drukwerk geeft een helder stevig karakter, tekenen juist fijngevoelig. Mijn atelier is analoog ingericht, ik werk nooit digitaal.
Ben je momenteel bezig aan een nieuw prentenboek? Zo ja, kun je een tipje van de sluier oplichten?
Er staat een aardig stapeltje prentenboeken klaar. Dat blijft in mijn atelier tot de wereld het mag zien. Wél kan ik mijn nieuwe prentenboek met Edward van de Vendel alvast aankondigen: “Doei!”, uitgegeven door Querido. Een droom van een prentenboek, over nachtmerries en vliegdromen. Het boek verschijnt in december van dit jaar.
Heb je tot slot nog (meer) tips voor beginnende illustratoren en schrijvers (van prentenboeken)?
Als je durft te maken wie je bent dan wordt je werk oprecht, eerlijk, kwetsbaar en krachtig. En zal je ook zelf het meest plezier beleven aan het tekenen!
Biografie Marije Tolman
Marije Tolman (1976) groeide op in Beuningen vlakbij Nijmegen. Ze studeerde grafisch en typografisch ontwerpen aan de Koninklijke Academie voor Beeldende Kunsten in Den Haag. Aan de Edinburgh College of Art in Schotland studeerde zij Illustration & Design. Na haar studie werkte ze in Italië als vormgever. In 2002 maakte ze haar debuut als illustrator voor kinder- en prentenboeken met “Tussen Mees en Mol” (auteur Carli Biessels). Sindsdien werkt ze als illustrator voor verschillende uitgeverijen. Haar prentenboeken worden in veel landen uitgegeven. Marije won o.a. het Gouden penseel, Troisdorfer Bilderbuchpreis, Bologna Ragazzi Award en de Bilderbuchpreis Vienna met De boomhut dat zij samen met haar vader (Ronald Tolman) maakte. Marije haalt haar inspiratie uit de natuur, muziek, theater en literatuur. Ze maakt voor haar illustraties gebruik van verschillende materialen, zoals pen en inkt, aquarelverf, (kleur)potloden, gouache en krijt en traditionele grafische technieken zoals linosnedes en etsen.
Meer informatie over Marije en haar werk vind je op haar eigen website.
Bibliografie Marije Tolman (selectie)
Doei!, Edward van de Vendel , Querido, 2014
De dikke mejuffrouw muis, Erik van Os en Elle van Lieshout, Lemniscaat, 2014
Verkeerde sokken, Youp van ’t Hek, Leopold, 2014
Hond weet alles en wolf niets, Sylvia Vanden Heede, Lannoo, 2014
Jij en ik en alle andere kinderen, Bart Moeyaert, Querido, 2013
Springende pinguins en lachende hyena’s, Jesse Goossens, Lemniscaat, 2013
Het woeste boek van Wolf en Hond, Sylvia Vanden Heede, Lannoo, 2013
Sinterklaas en het kleine hoogtevreespietje, Youp van ’t Hek, Leopold, 2012
Hond bijt Wolf, Sylvia Vanden Heede, Lannoo, 2012
De grote Robin, Sjoerd Kuyper, Lemniscaat, 2012
Het eiland, samen met Ronald Tolman, Lemniscaat, 2012