Categorie archieven: Nieuwe Prentenboeken

In deze categorie vindt u artikelen over nieuwe prentenboeken

Prentenboek debuut Loetjoeboek

Dag Pierre, gefeliciteerd met je prentenboek debuut “Loetjoeboek”. Kun je kort vertellen waar het prentenboek over gaat?

Loetjoeboek begint met het feestje voor de vierde verjaardag van de hoofdpersoon Loetjoe; een aandoenlijk beestje dat woont op het eiland Senang. Een fantasiewereld van kunstenares en illustratrice Roxanne Monsanto. De topografische kaart van Senang staat op de binnenkant van het omslag. De dieren die op Senang leven, zijn al even fantasierijk. Zo is Loetjoe een kruising tussen een giraf, een koe en een Jack Russel terriër. Na zijn verjaardag ligt hij lang wakker, want de volgende dag gaat Loetjoe voor het eerst naar school. Een spannende dag die dan ook een spannend avontuur oplevert.

Er zijn al meerdere prentenboeken met als thema “naar school gaan”. Wat maakt “Loetjoeboek” een goede aanvulling?

De kracht van Loetjoeboek zit hem in de adembenemende wereld die Roxanne geschapen heeft. En die ze in twaalf acrylverf schilderijen heeft uitgewerkt. Ze heeft hier meer dan een jaar aan gewerkt; iets dat uniek is in de huidige kinderboekenwereld. Het geduld en de liefde waarmee ze dat gedaan heeft, moet de lezer zien en voelen. We noemen het dan ook een ‘ouderwets mooi’ prentenboek. Dat is het trouwens ook qua tekst. Waar uitgevers tegenwoordig in deze vluchtige wereld sturen op zo kort mogelijke teksten, hebben wij een lekker voorleesboek gemaakt. Niet alleen het thema ‘eerste schooldag’ komt aan bod, maar ook de historie en het landschap van Senang, vol grotten, woestijnen, cactussen en bergen. Het is een prentenboek waar kinderen veel in kunnen ontdekken en dat daardoor niet snel zal vervelen. De allerkleinsten kunnen bijvoorbeeld op zoek gaan naar het blauwe hagedisje dat op elke pagina voorkomt.

Eerste pagina uit Loetjoeboek
Eerste pagina uit Loetjoeboek, Pierre Carrière en Roxanne Monsanto, Senang, 2016
Hoe is “Loetjoeboek” tot stand gekomen?

Het idee is ontstaan vanuit kinderopvang Senang. De eigenaresse wilde de kinderen aan het eind van hun verblijf graag een boek meegeven. Aangezien kinderen daar weggaan omdat ze naar school gaan, was de eerste schooldag een logisch thema. Kunstenares Roxanne bedacht het verhaal en maakte de schilderijen. Ik stapte laat in als tekstschrijver. Gelukkig kon ik nog wat thema’s toevoegen. Zo voelt Loetjoe de spanning van de eerste schooldag in zijn buik. Hij heeft op zijn verjaardag geen zin in taart. Naarmate het verhaal vordert, neemt het vervelende gevoel in zijn buik langzaam af. Na schooltijd heeft hij zelfs honger! Kinderen leren zo dat ze spannende momenten vaak in hun buik voelen; alsof er een knoop in hun maag zit.

Daarnaast is het een verhaal waarin Loetjoe zijn eigen held wordt, omdat hij zijn eigen angst overwint. Als hij op de laatste pagina zijn angst ook nog eens benoemt, krijgt hij een groot compliment van zijn moeder: ‘Je bent pas echt een grote jongen als je bang durft te zijn. En daarover praat.’ Veel kinderen zijn toch geneigd om angst weg te stoppen of te overschreeuwen; zich groot te houden. Iets dat natuurlijk niet goed is.

Illustratie uit Loetjoeboek, Roxanne Monsanto, Senang, 2016
Illustratie uit Loetjoeboek, Roxanne Monsanto, Senang, 2016
Je hebt “Loetjoeboek” in eigen beheer uitgegeven. Kun je daar wat meer over vertellen?

Toen we het boek af hadden, heb ik mijn vriend Tjibbe Veldkamp erbij gehaald. Hij heeft al heel wat succesvolle kinder- en prentenboeken geschreven. Hij was erg enthousiast en vond dat we moesten proberen om het landelijk uit te geven. Hij heeft trouwens ook nog wat nuttige aanwijzingen gegeven voor de tekst. Tjibbe heeft een paar uitgeverijen doorgegeven. Die hebben we benaderd. Ze vonden het allemaal prachtig, maar twijfelden aan de commerciële mogelijkheden. Betekent dat dat we niet bekend genoeg zijn in de kinderboekenwereld? Of dat onze fantasiewereld te veel afwijkt van die van de mainstream prentenboeken?

Wij hebben in ieder geval snel besloten om het in eigen beheer uit te geven (red. zie ook zelf uitgeven). Zo konden we ook qua vormgeving, formaat en vouwwijze onze eigenzinnige ideeën doorvoeren. En de beste drukker van Nederland in de arm nemen, die het boek zeer duurzaam gedrukt heeft via waterloos offset, met inkt op plantaardige basis en op bijzonder fraai, FSC-gecertificeerd papier.

Loetjoeboek is daardoor een prentenboek geworden van een kwaliteit die je niet vaak meer ziet. Het drukwerk was natuurlijk niet goedkoop. We hebben ongeveer 4.000 euro betaald voor 1.000 boeken; gefinancierd van ons eigen spaargeld. We hebben een imprint laten maken – Uitgeverij Senang – door uitgeverij De kleine Uil, waar ik al drie boeken heb uitgegeven. Hierdoor ligt Loetjoeboek bij het Centraal Boekenhuis, is het te bestellen bij alle boekwinkels en staat het ook online, bijvoorbeeld op Bol.com. Het boek heeft ook een eigen website (www.loetjoeboek.nl) waar het te bestelen is en waar bezoekers de eerste vijf pagina’s kunnen zien en lezen.

Wat zijn jouw leermomenten geweest?

Wat we geleerd hebben? Ten eerste dat we bij een volgend boek eerder bij elkaar gaan zitten en meer samen gaan werken in de conceptfase. Ten tweede: de volgende keer gaan we waarschijnlijk gebruik maken van crowdfunding. Het voordeel is dan dat mensen in onze directe omgeving het boek al gekocht en betaald hebben voordat de drukwerkrekening komt. Nu moeten we toch nog veel inspanningen leveren om het in onze familie-, vrienden- en relatiekring te verkopen. Veel mensen hebben toegezegd dat ze het willen hebben, maar het moet nog wel even geregeld worden. Gelukkig hebben we al wel aardig wat regionale en landelijke publiciteit rond het boek.

Illustratie uit Loetjoeboek, Roxanne Monsanto, Senang, 2016
Illustratie uit Loetjoeboek, Roxanne Monsanto, Senang, 2016
Krijgt Loetjoeboek nog een vervolg?

Loetjoeboek krijgt zeker een vervolg! Het eiland Senang is zo groot en heeft zoveel prachtige landschappen, die komen in het nieuwe boek allemaal aan bod. Hoofdpersoon is dan Bagoes, een paars nijlpaard met kleine drakenvleugeltjes op zijn rug. Hij woont in de moerassen in het Noorden en moet helemaal naar het Zuiden van het eiland. Bagoes heeft namelijk pijn aan een tand en de tandarts woont aan de andere kant van het eiland. Steeds meer beestjes sluiten zich bij hem aan om hem te ondersteunen. Zo wordt de stoet steeds groter en bonter. Eenmaal aangekomen, blijkt de tandarts een muisje met een hoorn op zijn snuit te zijn. Die kan helemaal niet bij de tand van Bagoes; hij is even groot als die tand! Maar Bagoes en zijn vrienden bedenken een slimme oplossing voor de tandarts om bij de tand te kunnen komen. Het eerste plan mislukt jammerlijk, maar uit de puinhopen daarvan ontstaat het tweede plan, dat wel slaagt. Waar Loetjoeboek begint met een gezellig feest, eindigt het boek over Bagoes daarmee.

Matilda en Kleine Vis

Dag Noor, gefeliciteerd met je prentenboek debuut “Matilda en Kleine Vis”. Kun je kort vertellen waar het prentenboek over gaat?

Matilda, een meisje van 5 jaar, gaat met haar oma een weekje op vakantie in een huisje aan zee. Op een middag gaat Matilda op het strand schelpen zoeken. In het zand vindt ze een kuil met water, het lijkt wel een zwembadje. Ze heeft het warm en stapt in het water.
Wie praat daar tegen haar? Het is Kleine Vis. Hij is zijn ouders kwijt. Ook Matilda blijkt veel te ver afgedwaald, waar is oma nou? Matilda en Kleine Vis besluiten om samen te blijven en worden vrienden.

Als de golven het strand oprollen, komt gelukkig oma aangehold. Op veilige afstand van de zee kijken ze samen hoe Kleine Vis met zijn ouders wordt herenigd. De volgende ochtend gaan oma en Matilda op het strand kijken. De kuil is weggespoeld, maar daarvoor in de plaats liggen prachtige schelpen. Matilda maakt er de mooiste zandtaart mee van de vakantie, en oma maakt er een foto van. Als ze weer thuis zijn, komt oma een cadeautje brengen. Het is de foto in een mooi lijstje, een herinnering aan Matilda’s avontuur. En ook Kleine Vis is haar niet vergeten!

Hoe is “Matilda en Kleine Vis’ tot stand gekomen?

Ik ga graag in Frankrijk op vakantie en strijk dan neer bij een dorpje aan de Atlantische Oceaan, Montalivet. Je hoort daar altijd de zee ruisen. Ook wandel ik elke dag langs het strand en zoek dan mooie schelpen. Vijf jaar geleden ontmoette ik daar een Engels kleutertje, Matilda. Op het strand stampten we samen in poeltjes water, achtergebleven tijdens eb. Het meisje had een enorme fantasie, alles aan haar vond ik bijzonder.
1,5 jaar later zat ik na een lange werkdag te dommelen in de trein naar huis. Plotseling daalde het verhaal van Matilda en Kleine Vis neer in mijn hoofd. Ik ben het meteen gaan opschrijven. Het bleek een samenvoeging van mijn vakantiebelevenissen en onverwachte fantasie.

Pagina uit Matilda en Kleine Vis
Pagina uit Matilda en Kleine Vis, Noor Kamerbeek en José Vingerling, Rubinstein 2016
Hoe ben je te werk gegaan qua illustraties, tekst en muziek?

De ruwe versie van het verhaal zat twee jaar in mijn computer. Ik stuurde het soms naar iemand voor commentaar. Begin 2014 werd ik wegbezuinigd op mijn werk bij de omroep als programmamaker en producent klassieke muziek. Van Matilda en Kleine Vis heb ik toen mijn werk gemaakt. Ik ben het gaan herzien en er samen met een redacteur aan gaan werken.

Daarna heb ik aan de illustratrice José Vingerling gevraagd om een proeftekening te maken. Die was meteen raak. Haar kleutertje was gewoon de ideale (fantasie) Matilda.
Omdat ik ook professioneel musicus ben, is muziek een belangrijk onderdeel van mijn leven. Aan mijn goede collega en componist Dominy Clements heb ik gevraagd om muziek bij het verhaal te componeren. Ik wist dat hij iets leuks zou schrijven. Samen hebben we de muziek helemaal op het verhaal toegesneden; de personages kregen ieder een eigen melodietje, belangrijke- en spannende momenten werden extra benadrukt in de muziek. Het resultaat was zo leuk dat we besloten om de muziek uit te breiden zodat we ook in het theater konden spelen. Er kwam een Ouverture bij en een meezing-liedje. In december 2014 hebben we dit opgenomen voor de cd, samen met een kinderkoor uit mijn woonplaats Voorburg. Actrice en stemkunstenares Marijke Beversluis werd mijn vertelster. Ik hoorde haar declameren in een operaatje, en wist meteen dat zij ‘oma’ moest worden.

Liedje Matilda en Kleine Vis
Liedje Matilda en Kleine Vis
Welke weg heb je bewandeld voordat “Matilda en Kleine Vis’ ” uit werd gegeven?

In mijn netwerk had ik ooit kennisgemaakt met een eenmans-kinderboekenuitgeverij.
Die heb ik in de lente van 2014 benaderd. De reactie was heel enthousiast en mijn boekje zou daar terecht kunnen. Echter, ik zou pas begin 2015 een contract aangeboden krijgen.
Na een half jaar verloor ik het vertrouwen in deze toezegging en heb toen 2 andere uitgeverijen gepolst: Lemniscaat en Gottmer. Omdat die procedure langzaam gaat – pas na 4 maanden had ik beider antwoord binnen, helaas een afwijzing – besloot ik op eigen houtje verder te gaan.

Wilde ik in 2015-16 ook voorstellingen spelen, dan moest ik beginnen met de acquisitie. In december 2014 stelde ik zelf een contract op voor de illustratrice, en een deadline vast. De cd namen we ook in december op, die moest helpen bij de verkoop aan theaters en zalen.
Omdat ik alles in eigen hand had, kon ik actief aan het hele proces van tekeningen, opmaak tot en met de drukker meewerken. Dat was fantastisch om te doen, en ook heel leerzaam.

Ik wilde de uitgave ook in eigen beheer doen, maar op het laatste moment, in juni 2015, heb ik toch nog Uitgeverij Kiem (inmiddels Prominent) gevraagd om voor mij een ISBN-nummer aan te vragen en mij te vertegenwoordigen bij het Centraal Boekhuis. Voor promotie en eigen verkoop heb ik een website laten bouwen: www.matildaenkleinevis.nl

De uitgever heeft zich ook ingezet voor de promotie, omdat hij zeer enthousiast was.
In december 2015 zag een kennis mijn boek en cd, en heeft mij aanbevolen bij Uitgeverij Rubinstein. Deze hebben Matilda en Kleine Vis overgenomen van Kiem/Prominent en in hun zomeraanbod 2016 opgenomen. Ik ben daar natuurlijk heel erg blij mee.

Wat zijn jouw leermomenten geweest?

Vanaf januari 2014 heb ik elke dag aan mijn verhaal gewerkt. Samen met de redacteur stoeide ik met woorden, een heel leuk proces. Ik schrijf al vanaf de jaren 80 over mijn vakgebied, de klassieke muziek. De laatste 7 jaar tot 2014, zelfs elke dag en ik vond het prettig om dat ritme vast te houden. Een fantasieverhaal schrijven is totaal anders dan journalistiek schrijven, het was echt een mentale omschakeling.

Verhaal tot de essentie terugbrengen is het belangrijkste gebleken. Ik heb uiteindelijk behoorlijk veel woorden aangepast. Daarnaast de woordkeuze en de doelgroep goed voor ogen houden. Ik heb ook veel met de illustratrice gespard. Zij voelde zich gestimuleerd en kwam met geweldige tekeningen. Samen verzonnen we visuele grapjes die nog meer kijkplezier geven. Verhaal en illustraties zijn nu onlosmakelijk met elkaar verbonden.

Kleuren uitzoeken bij de drukker was ook belangrijk. Hij heeft mij ook allerlei kwaliteit van papier en kaft getoond en samen met mij keuzes gemaakt. De kwaliteit van de boeken van Lemniscaat waren daarbij mijn voorbeeld en wens. Ik ben blij dat te hebben gedaan, want de eerste indruk, kwaliteit van kleur en materiaal, blijkt nu in de praktijk doorslaggevend bij de vakhandel.

Op basis van het boek is een vertelconcert en theatervoorstelling gemaakt. Kan je daar wat meer over vertellen?

De licht-klassieke muziek die is gecomponeerd bij het verhaal, is in het genre van het Melodrama gegoten. Dat betekent dat de vertelster door de muziek heen spreekt. Op deze wijze worden muziek en verhaal één, net zoals in het bekende Peter en de Wolf.
Om een luister-cd te maken, hebben we de muziek bij het verhaal uitgebreid met een Ouverture, een Inleiding waarin de personages en hun muzikale motiefjes worden uitgelegd en de instrumenten worden voorgesteld, en een meezingliedje. De cd duurt 30 minuten en deze versie hebben we ook op scholen gespeeld.

Theatervoorstelling Matilda en Kleine Vis
Theatervoorstelling Matilda en Kleine Vis

Voor theaters is 30 minuten niet genoeg en is het belangrijk om ook visueel te boeien. Daarom tekent de kunstenaar Gerard de Bruyne live tijdens het verhaal, geprojecteerd op achterdoek. Na het verhaal studeert de vertelster het liedje in met de zaal. We hebben een workshop ontwikkeld en de hele zaal zingt al snel mee. Na het liedje worden alle kinderen uitgenodigd om op het podium te komen tekenen. Ons decor is een papieren strand waarop de kunstenaar schelpen en het zwembadje heeft getekend. Voor de kinderen liggen kleurplaten van schelpen en krijtjes klaar. Terwijl zij samen met de kunstenaar tekenen en kleuren, spelen de vier musici (w.o ik zelf en de componist) fragmenten uit de muziek. Na circa 15 minuten leggen de kinderen hun tekeningen om het strandje heen, en zingen tot slot nog een keer het liedje. De totale duur van de voorstelling is circa 55 minuten.

Waar en wanneer is de voorstelling te zien?

Alle data en locaties van de voorstellingen zijn te vinden op de website: www.matildaenkleinevis.nl

In juni 2016 spelen we ook vier keer in Festival Classique in Den Haag, locatie Spiegelzaal Kurhaus Scheveningen: zo 12 & 19 juni: 11.00 en 14.00 uur.

Wat zijn je ervaringen van de bezoekers?

We krijgen louter positieve reacties van programmeurs, ouders en kinderen. Het artistieke gehalte van de klassieke muziek, vertelling en tekeningen, vindt men van hoge kwaliteit en ouders genieten er zelf ook van. Er is rust in de voorstelling en kinderen luisteren heel geconcentreerd. Met elkaar zingen en samen tekenen, wordt ook gewaardeerd. Kinderen blijven na afloop soms door tekenen en willen niet stoppen. We geven alle kinderen ook twee kleurplaten mee naar huis.

Heb je zelf een aantal favoriete prentenboeken? En illustratoren en schrijvers? En waarom zijn dit jouw favorieten?

Ik vind Richard Scarry altijd goed, er valt zoveel te kijken én het is educatief. Daarnaast de boeken van Lemniscaat, omdat ze zo prachtig getekend zijn en zulke mooie kleuren gebruiken. Het Muizenhuis van Rubinstein vind ik ook een geweldig vondst.
Als kinderboekenschrijfster bewonder ik Tonke Dragt. (Zij schreef geen prentenboeken.) Haar prachtige taal is geschikt voor kinderen én volwassenen. Ik las ze allemaal tijdens mijn jeugd en lees ze nog wel eens.

Ben je momenteel weer bezig met een nieuw prentenboek? Kun je al een tipje van de sluier oplichten?

Ja, ik werk momenteel aan een tweede Matilda boek waarin een instrument een belangrijke rol speelt. Daar wil ik ook weer een luister-cd bij maken met klassieke muziek.
Ook vertaal ik korte verhaaltjes uit het Frans. Ik kreeg dit voorleesboek toevallig in handen. Eerst wilde ik er mijn Frans mee oefenen. Toen bleken het een beetje ouderwetse, maar heel lieve voorlees-verhaaltjes te zijn. Ik herschrijf ze en leer zo veel van andermans fantasie.

Bij de neus genomen

Titel: Bij de neus genomen
Auteur en illustrator: Loes Riphagen
Uitgever Nederland: Uitgeverij De Fontein, 2015;
48 pagina’s.

“Bij de neus genomen”, het nieuwe prentenboek van Loes Riphagen is een echt kunstwerk geworden. Het is qua vormgeving één van de meest originele prentenboeken die ooit gemaakt zijn. De kaft en de eerste pagina’s van het boek vormen aparte lagen met uitsneden waar de lezer “doorheen” kan kijken. Je ziet vanaf de kaft al diertjes en bladeren die pas bladzijden verder tevoorschijn komen. Zo ontstaat een prachtig gelaagd collage effect. Het leuke is dat dit “3D-effect” ook de andere kant op werkt als je de bladzijden omslaat. Een concessie die hiermee wel gedaan is, betreft de stevigheid van de bladzijden. Het boek zit goed in elkaar, maar sommige uitsneden zijn zo fijn dat ze niet echt peuter-proof zijn. Oppassen dus met grijpgrage handjes!

De illustraties zijn zoals we van Loes Riphagen gewend zijn. Speels, humoristisch en soms met priegelige details. Er valt van alles te ontdekken. Het kleurgebruik is in het begin van het verhaal overwegend zwart-wit, met kleine kleuraccenten. Dit werkt erg goed samen met de gelaagdheid en zet het verhaal extra kracht bij. Wanneer het verhaal zijn climax nadert spatten de kleuren van de pagina’s af.

Illustratie uit "Bij de neus genomen", Loes Riphagen, De Fontein, 2015
Illustratie uit “Bij de neus genomen”, Loes Riphagen, De Fontein, 2015

Het is geen wonder dat Riphagen bijna een jaar aan dit boek gewerkt heeft. Het moet een enorme klus zijn geweest om alle beeldelementen uit te knippen, te scannen, in te kleuren en zo te ordenen dat het op iedere pagina (en die erachter) ook allemaal klopte. Naast het werk van Riphagen is dit natuurlijk ook qua drukwerk geen goedkope druk. Dit zie je ook wel terug in de prijs, die met €22,99 aan de hoge kant is voor een prentenboek. Maar voor een kunstwerk…? Je krijgt er trouwens ook nog een gratis app bij!

In de onderstaande video krijg je een indruk van hoe bij  de  neus genomen tot stand is gekomen.

Het verhaal: bij de neus genomen

Riphagen heeft een vrije bewerking gemaakt van een kort verhaal van Rudyard Kipling, de Britse auteur van onder meer “The Jungle Book”. In een tijd waar olifanten nog een korte slurf hebben gaat een jonge olifant op onderzoek uit. Hij stelt aan verschillende dieren nieuwsgierige vragen. Dat gaat goed totdat hij zijn korte neus in de zaken van de krokodil steekt. Die bijt hem in zijn slurf en laat niet los. De andere dieren beginnen hard aan het olifantje te trekken waardoor de slurf langer en langer wordt. Om het uitrekken van de olifantenslurf extra aandacht te geven is er gekozen voor een dubbele uitklap-pagina.

Als de krokodil uiteindelijk loslaat heeft de olifant een lange slurf. Hij weet niet goed wat hij aan moet met zo een lange slurf en voelt zich “bij de neus genomen”. Totdat hij erachter komt dat een lange slurf ook wel veel voordelen biedt. Zo kan nu onderwater zwemmen, vruchtjes uit de bomen plukken en heel hard toeteren. Dat is ook bij de rest van de kudde olifanten niet onopgemerkt gebleven…

Lees ook eens het interview met Loes Riphagen.

In de winkel van Prentenboek.nl kun je originele illustraties van Loes Riphagen kopen!

Prentenboek debuut – De Zonnebloem

Hanneke Frenken met haar debuut prentenboek De Zonnebloem
Hanneke Frenken

Hanneke Frenken heeft met “De Zonnebloem” haar debuut gemaakt als prentenboek auteur en illustrator. De zonnebloem is een prentenboek dat aan kinderen laat zien hoe uit een klein zaadje een grote, sterke bloem groeit en wat die bloem allemaal nodig heeft om te kunnen groeien. Er komen een aantal thema’s aan bod, zoals de natuur, de levenscyclus van een bloem, vriendschap, maar ook dood en afscheid nemen. Het boek is uitgegeven door Graviant educatieve uitgaven en is bij diverse boekwinkels te bestellen. Prentenboek.nl sprak met Hanneke over haar debuut en haar leermomenten.

Hoe is je debuut prentenboek “De Zonnebloem” tot stand gekomen?

In 2013 ben ik met mijn vriend en een paar anderen in Italië op vakantie geweest. We reden langs grote velden vol zonnebloemen. Dat vond ik ongelooflijk mooi om te zien. Het leek net of al die bloemen lachten en wuifden.

De zonnebloem is sowieso mijn lievelingsbloem. Elk jaar plant ik er een aantal in de tuin. Op een dag viel het me op dat de bloemen ‘bezoek’ kregen van allerlei dieren, als bijen, hommels, vlinders en lieveheersbeestjes. Na een tijdje gebloeid te hebben gaat de bloem dood, maar laat zonnebloempitjes achter voor het volgende jaar.

Net in die tijd heb ik afscheid moeten nemen van twee mensen die me nabij stonden.
Al deze dingen waren voor mij inspiratie tot het schrijven van dit boekje.

Illustratie uit het prentenboek debuut van Hanneke Frenken - De Zonnebloem
Illustratie uit het prentenboek debuut van Hanneke Frenken – De Zonnebloem- 2015 – Graviant
Hoe ben je te werk gegaan qua illustraties en tekst?

Vlak nadat we uit Italië terug waren maakte ik een soort schets van het verhaal van de Zonnebloem. Enkele weken later las ik die schets nog eens over en ik verbeterde er wat dingetjes aan. Zo werd het verhaal stukje bij beetje bijgeschaafd. Soms verzon ik er iets bij, soms liet ik stukjes weg. De tekst wilde ik graag eenvoudig en kort houden. Ik heb geprobeerd om er een stukje gevoel in te leggen, zonder het meteen te zwaar te maken.

Tekenen en schrijven zijn altijd hobby’s van mij geweest. Al van kinds af aan schreef ik korte verhaaltjes voor anderen en maakte er tekeningen bij. Wel vond ik dat ik moest leren om echt professioneel te illustreren. Daarom ben ik een cursus gaan volgen. Op die cursus leerde ik met aquarelpotlood en aquarelverf werken. Deze materialen vond ik geschikt voor dit verhaal, omdat ze zacht overkomen op het papier. Ik heb geprobeerd om een lieflijke sfeer te scheppen, zonder het oubollig te laten lijken. Soms was het wel een beetje zoeken om een middenweg te vinden. Ook heb ik besloten om de illustraties niet te moeilijk te maken en zoveel mogelijk alleen te tekenen wat de tekst omschreef, zodat er voor hele jonge kinderen, of kinderen met autisme niet te veel afleidende elementen te zien zijn.

Pagina uit De Zonnebloem - Hanneke Frenken - Graviant - 2015
Pagina uit De Zonnebloem – Hanneke Frenken – Graviant – 2015
Welke weg heb je bewandeld voordat De Zonnebloem werd uitgegeven?

Ik heb een aantal uitgeverijen benaderd die gespecialiseerd zijn in kinderboeken en prentenboeken. De uitgeverijen heb ik via Google gevonden (tip: uitgeverijen prentenboeken) . Een kennis van me heeft de illustraties professioneel ingescand. Mijn werk heb ik digitaal doorgestuurd.

Van Graviant Educatieve Uitgaven kreeg ik vrijwel meteen bericht (volgens mij binnen een week). Van de andere uitgeverijen heb ik ook allemaal een reactie gehad. Sommige vonden mijn werk niet in hun assortiment passen en andere zouden het fijn vinden wanneer ik ze per post een manuscript toestuurde. Dat was gelukkig niet meer nodig, want Graviant had al toegezegd.

Heb je nog veel moeten aanpassen?

Eigenlijk niet echt. Ik heb alleen een extra illustratie bij moeten maken. Dat is de illustratie met de vogel en de blauwe lucht. Dat moest, omdat alles dan beter uitkwam qua tekst en pagina indeling. Ook had ik al een idee voor een pagina indeling. Bij de uitgeverij hadden ze andere ideeën en de meeste dingen die ze voorstelden vond ik zelf ook mooier. We hebben overlegd en over het resultaat ben ik heel tevreden.

Wat zijn jouw leermomenten geweest?

De tekst schreef ik in de zomer van 2013 toen we terugkwamen van de vakantie in Italië.
Om de paar maanden las ik hem over en telkens bedacht ik nieuwe zinnetjes, of dingen die
aangepast moesten worden. Ik vind het heel belangrijk dat iets voor kinderen begrijpelijk
blijft. Daarnaast probeerde ik om een bepaalde sfeer te scheppen. Ik denk dat dat iets is
wat je niet meteen kunt, maar wat een proces is dat een bepaalde tijd in beslag neemt.
Telkens zie en bedenk je je weer andere dingen. In eerste instantie dacht ik: Zo, dit is mijn
verhaal en zo blijft het. Niet dus, er is heel veel veranderd.

Wat ik vooral heb geleerd is het omgaan met aquarelverf en aquarelpotlood. Hiervoor heb ik een speciale cursus gevolgd van één vrijdagmiddag per maand en dat was mega interessant! Toen ik met het boek begon had ik amper met deze spullen gewerkt. Het enige dat ik kende was kleurpotlood, stiften en Oost-Indische inkt. In de loop der maanden heb ik heel veel uitgeprobeerd. Soms hield ik er een mooie plaat aan over, soms was het beter om het werkje maar meteen weg te gooien.

Om dieren te leren schilderen heb ik via Google Images foto’s opgezocht van verschillende
dieren en geprobeerd om die op een “schattige” manier na te tekenen. Soms was dat best een uitdaging. Met een konijn gaat dat wel, maar een mier is echt een klein monster van dichtbij. Na twee jaar was mijn boekje klaar. Ik heb alle illustraties professioneel in laten scannen door een kennis. Omdat ik eigenlijk heel nieuwsgierig was en een idee wilde hebben van hoe het geheel er in een boek uitzag heb ik de illustraties en tekst in een fotoboek gezet en uit laten printen bij de Hema.

Mijn fotoboek heb ik aan familie en vrienden laten zien. Iedereen was enthousiast en dat
maakte dat ik de stap naar uitgave durfde te zetten.

Waar moet je op letten bij het gebruik van aquarelverf en -potlood?
Werken met aquarelverf
Werken met aquarelverf

Wanneer je met aquarelverf te veel over je papier gaat, of iets te ruw probeert om iets weg te poetsen met een stukje keukenrol gaat je papier helemaal stuk. Ook is het bij aquarelpotlood een beetje lastig om nog iets te verbeteren wanneer je je tekening eenmaal hebt staan. De oogjes en de mondjes van de poppetjes tekende ik als laatste met een zwarte pen. Een enkele keer is het voorgekomen dat mijn figuurtje nog niet helemaal droog was. Het gevolg was dat alles helemaal uitliep. Daar viel niks meer aan te verbeteren en ik kon helemaal opnieuw beginnen.

Heb je zelf een aantal favoriete prentenboeken? En illustratoren en schrijvers?

De Nijntje-serie van Dick Bruna vind ik heel leuk. De verhaaltjes gaan over dagelijkse dingen en zijn eenvoudig, op rijm verteld. Ook maakte Dick Bruna alleen gebruik van een aantal basiskleuren en hele eenvoudige vormen. Ik denk dat dat juist de kracht is van zijn werk.

Ook Eric Carle vind ik heel goed. Zijn tekeningen zijn een soort kleurrijke collages en gaan meestal over dieren en natuur. Ze zijn heel leerzaam. Ik heb aan heel veel kinderen het boekje van “Rupsje Nooit Genoeg” voorgelezen en de reacties waren elke keer even leuk.

Daarnaast vind ik de tekeningen van Beatrix Potter ook heel mooi. De verhalen ken ik niet zo goed, maar de illustraties zijn heel knus en als ik plaatjes van Peter Rabbit zie krijg ik een nostalgisch gevoel.

Ben je momenteel weer bezig met een nieuw prentenboek?

Ja, sinds kort ben ik aan het tekenen en schrijven voor een nieuw boekje. De illustraties zijn in dezelfde stijl als die van “De Zonnebloem”. Ook komen er weer een aantal educatieve thema’s aan bod, zoals tot tien leren tellen en dat wormen kruipen en niet vliegen.

Heb je tot slot nog (meer) tips voor beginnende schrijvers en illustratoren (van prentenboeken)?
Hanneke aan het werk voor haar nieuwe prentenboek
Hanneke aan het werk voor haar nieuwe prentenboek

Wanneer je voor kinderen schrijft is het goed om te proberen de wereld te zien door de ogen van een kind. Door om je heen te kijken en korte verhaaltjes te verzinnen bij de mensen en dingen die je ziet kun je veel inspiratie opdoen.

Het is goed om een eigen stijl te bedenken, iets wat bij je past en waar je mee verder kunt.
Wanneer je ergens niet aan uitkomt kun je hulp vragen aan iemand die ervaring heeft met schrijven en illustreren, of juist gewoon aan een vriend waarvan je weet dat hij of zij eerlijk is. Hulp vragen is geen schande en twee zien altijd meer dan een. Geef niet op en zet door, ook jouw werk kan een bijzonder “pareltje” zijn.

 

Meer zien van Hanneke? Ze houdt haar eigen facebookpagina bij.

Oei een vlek

Auteur: Milja Praagman
Illustrator: Milja Praagman
Uitgever: Leopold, 2015
Vormgeving: Studio Bos
32 pagina’s.

“Oei! een vlek” is het nieuwe prentenboek van Milja Praagman.  Het is al weer het twintigste prentenboek van Praagman als auteur en illustrator. Ze is daarmee een van de meest productieve prentenboek maaksters van de afgelopen jaren. Het lukt Praagman iedere keer om herkenbare en komische taferelen uit de kindertijd treffend te verwoorden en te verbeelden. Dat is met “Oei een vlek” ook weer gelukt.

Iedere ouder kent het wel. Je kind heeft net een nieuwe trui, broekje of jurkje aan (het liefst een witte…) en ja hoor, bij het eten gaat het mis. De beker chocomelk, de boterham met pasta of dat lekkere ijsje maakt een grote vlek op de nieuwe aanwinst. Vol verbazing kijkt je koter naar je. Hoe kan dat nou? Dit vormde voor Milja Praagman de aanleiding om “Oei een vlek” te maken.

Het is een grappig en vertederend prentenboek in een fijn formaat, met een prachtige illustratie op de harde omslag. De kleurrijke illustraties, gemaakt met plakkaatverf en fluorstiften, zijn steeds verdeeld over twee pagina’s. De hoofdrolspelers zijn dit keer aapjes, wat goed past bij het thema.

Illustratie uit Oei een Vlek
Illustratie uit Oei een Vlek, Milja Praagman, 2015, Leopold
Het verhaal van Oei een vlek

Mama Aap heeft drie nieuwe witte truien gekocht. Voor haarzelf, voor Papa Aap en voor Kleine Aap. “Wees voorzichtig” en “Hou hem netjes”, zegt ze nog… Terwijl Mama Aap jam gaat maken van rozebessen, snoepen Kleine Aap en Papa Aap alvast van de bessen. En jahoor…. Allebei een hebben ze ineens een grote roze vlek op hun nieuwe trui. Vervolgens proberen ze op allerlei manieren de vlek er uit te krijgen. Ze rollen door het gras, ze stappen door de blubber-wei en slingeren door de bomen. Maar de vlek gaat er niet uit. Sterker nog, er komen alleen maar meer vlekken bij. Om het goed te maken besluiten ze om nieuwe bessen voor mama te plukken. Als ze thuiskomen springt de ongerust geworden Mama Aap ze in de armen. Met als gevolg….

Lees meer over Milja Praagman en haar boeken op haar eigen website.

Originele illustraties van Milja Praagman vind je in de illustratiewinkel van prentenboek.nl!

Kleine blauwe truck

Auteur: Alice Schertle
Illustrator: Jill McElmurry
Vertaling: Bette Westera
Uitgever Nederland: Gottmer, 2015
Oorspronkelijke uitgave: Houghton Mifflin Harcourt, 2008
40 pagina’s.

Toet Toet, daar is de kleine blauwe truck! Het heeft even geduurd, maar het schattige vrachtautootje is in Nederland aangekomen. Het prentenboek is al jaren een bestseller in Amerika en is nu door Gottmer uitgegeven in Nederland. Bette Westera heeft het verhaal van Alice Schertle op een leuke manier vertaald en kundig op rijm gezet.

Kleine Blauwe Truck is een “veilig” prentenboek dat kinderen tot vier jaar zou kunnen aanspreken. Het verhaal, de tekeningen, de geluiden en de tekst, het is allemaal netjes, schattig en braaf. Het verhaal heeft ook een duidelijke moraal: vrienden zijn belangrijk en help elkaar…Echt heel spannend wordt het niet. Dat hoeft natuurlijk ook niet. Peuters die van (vracht)auto’s en boerderijdieren houden, zullen dit een leuk boekje vinden. De illustraties van Jill McElmurry zijn ook heel komisch om naar te kijken. Er is van alles te zien op de grote gekleurde gouache tekeningen. De typografie is erg goed gekozen en zorgt er voor dat je de geluiden allemaal extra benadrukt. Het is wel een vrij lang verhaal om elke avond voor te lezen. Je bent dus gewaarschuwd…want het zou zo maar een nieuwe voorleestopper kunnen worden.

Kleine blauwe truck, Alice Schertle & Jill McElmurry (ill.)
Kleine blauwe truck, Alice Schertle & Jill McElmurry (ill.), Gottmer, 2015
Het verhaal van de kleine blauwe truck

Kleine blauwe truck gaat een stukje rijden op de boerderij. Onderweg komt hij bekende boerderijdieren tegen zoals de koe, de geit, de kip, het schaap en het paard. Alle dieren maken hun geluid als groet (Boe-hoe loeit Klaartje koe) en kleine blauwe truck groet hen terug. Dan sjeest plotseling een grote opschepperige gele truck langs. Deze gele vrachtauto vliegt echter uit de bocht en komt vast te zitten in een modderplas. In eerste instantie wil niemand hem helpen om eruit te komen, maar dan…. komt de kleine blauwe truck aangereden. Helaas komt die ook vast te zitten. Wanneer hij om hulp toetert komen de dieren allemaal helpen. Ze duwen samen de vrachtato’s uit de modderplas. De grote gele truck is iedereen dankbaar en heeft een wijze les geleerd….

We hebben er een geitje bij!

Auteur: Marjet Huiberts
Illustrator: Iris Deppe
Vormgeving: Bockting Ontwerpers
Uitgever: Gottmer, 2014;
32 pagina’s.

“We hebben er een geitje bij!” is verkozen tot het prentenboek van jaar 2016. Het boek zal, naast de andere boeken uit de prentenboek top 10, centraal staan tijdens de Nationale Voorleesdagen (27 januari t/m 6 februari 2016).

Een vertederend prentenboek voor kinderen in de kinderboerderij-leeftijd

“We hebben er een geitje bij!” is een vrolijk prentenboek voor jonge kinderen (tot 3 a 4 jaar). Het boek zal zeker kinderen aanspreken die het leuk vinden om naar de kinderboerderij te gaan. Een prima boek voor kinderen om (boerderij)dieren te herkennen en de geluiden na te doen. Ook thema’s als geboorte en lente zijn uit te leggen aan de hand van dit boek.

“We hebben er een geitje bij!” is een echt kijk- en voorleesboek. De tekeningen zijn lekker groot (2 maal A4 formaat). Het is een kort verhaal waarbij de tekst op eenvoudige rijm is gezet (“Het konijn zegt weinig hoor. Maar straalt van oor tot oor”). De zinnen lopen vlot en lezen prettig voor. De kracht van het prentenboek zit in de eenvoud van het verhaaltje in combinatie met de vertederende illustraties.

Iris Deppe debuteert op een geweldige wijze als illustrator van een prentenboek. Haar naïeve realistische tekeningen dragen het verhaal en voegen er leuke spannende elementen aan toe. Zo zijn er niet alleen echte boerderijdieren te zien, maar bijvoorbeeld ook een ooievaar, een muis, een slak en diverse vogels. De beeldopbouw en de perspectieven dragen bij aan de spanning in de illustraties. Er is van alles te zien en alle dieren wil je het liefste zelf knuffelen. Ook slim om de verschillende dieren terug te laten komen gedurende het verhaal. Herhaling doet het altijd goed bij jonge kinderen.

Dubbele pagina uit "We hebben er een geitje bij!"
Dubbele pagina uit “We hebben er een geitje bij!”, auteur Huiberts, Illustrator Deppe, Gottmer, 2016
Het verhaal

“We hebben er een geitje bij!” draait om het schattige jongetje Mik, die voor het eerst een kinderboerderij bezoekt. Aangekomen bij de kinderboerderij ziet hij een koe die hem blij vertelt dat er een geitje is geboren. Daarna laten achtereenvolgens het paard, de scharrelkip, het konijn, het varken en het biggetje horen hoe blij ze zijn met de nieuwe bewoner. Dan leidt de boer Mik naar de stal waar het geitje ligt te slapen bij zijn moeder. Daar bewondert Mik, samen met alle dieren die zijn meegelopen, het babygeitje.

Dag meneer, hebt u een hond?

Inmiddels is er trouwens nog een prentenboek verschenen van het duo Huiberts en Deppe: “Dag meneer, hebt u een hond?”. Dit prentenboek is in dezelfde stijl geschreven en getekend als “We hebben er een geitje bij!”. Ook in dit boek is Mik het hoofdpersonage en gaat dit keer op zoek naar een huisdier.

Het boek zonder tekeningen

Auteur: Benjamin Joseph Novak;
Oorspronkelijke uitgave: “The book with no Pictures”, Dial Books, 2014
Uitgever Nederland: Lannoo, 2015;
Vertaling: Sylvia Vanden Heede;
48 pagina’s.

Het boek zonder tekeningen is een hit. Het boek is zelfs in “De wereld draait door” besproken. Wouter Cajot zei daar dat het boek iedere volwassene omtovert in een stand-upcomedian. Goede marketing? Ja, dat ook. De schrijver B.J. Novak is een bekende acteur, scenarioschrijver en stand-upcomedian in de V.S. Het hilarische filmpje dat op Youtube is gezet, waarin Novak het boek voorleest aan een zaal uitzinnige kleuters, blijkt een hit (zie onderaan de pagina). Inmiddels is er een vergelijkbaar filmpje gemaakt met de Belgische cabaretier Wim Helsen. Het boek is inmiddels ook een succes. Het boek staat al weken in de lijst van beste verkochte kinderboeken. Ook in Nederland zal het een succes worden. En dat is trouwens mede te danken aan het knappe vertaalwerk van Sylvia Vanden Heede.

Maar het is niet alleen marketing waarom dit boek een succes is. Hoewel het in feite een eenvoudig verhaaltje is, is het ook echt grappig (voor kinderen) en is de opbouw erg goed. Ook de gebruikte typografie en lay-out zijn uitstekend en ondersteunen het verhaal. Misschien zit de kracht ook wel in de eenvoud. Iedereen kan dit verhaal verzinnen en ieder kind gaat lachen als een volwassene gekke of stoute dingen zegt….. Maar iemand moet de eerste zijn en het goede voorbeeld geven. Novak doet dat. Originaliteit en marketing zorgen daarmee samen voor het succes.

De titel “het boek zonder tekeningen” klopt trouwens helemaal. Er staan geen tekeningen in het boek. Het is dan eigenlijk ook geen prentenboek. Toch zou het boek door de gebruikte typografie en opmaak wel onder de prentenboeken geschaard kunnen worden. De doelgroep is kinderen vanaf 3 jaar tot een jaar of 8. Het boek moet ook ECHT VOORGELEZEN worden. Iets wat in deze tijd als een grote plus gezien mag worden. Een boek dat stimuleert om voor te lezen. Sterker nog, het boek draagt de lezer op ook alles voor te lezen wat er staat. Zelfs woorden als “Blork” of “Bluurf”…

2 pagina's uit "Het boek zonder tekeningen"
2 pagina’s uit “Het boek zonder tekeningen”, B.J. Novak, Lannoo, 2015

Het boek zorgt zeker voor gegarandeerd succes in de lagere groepen van de basisschool! Ook thuis zullen je kinderen je vragen om het boek nog een keer voor te lezen… en nog een keer. Totdat je er echt een bosbessen pizzahoofd van hebt gekregen….

2 pagina's uit "Het boek zonder tekeningen"
2 pagina’s uit “Het boek zonder tekeningen”, B.J. Novak, Lannoo, 2015

Hieronder het originele (Engelstalige) filmpje van B.J. Novak op YouTube.

Mijn naam is Bob – prentenboek

Auteur: James Bowen en Garry Jenkins;
Illustrator: Gerald Kelley;
Oorspronkelijke uitgave: My name is Bob, Red Fox Picture Books 2014;
Uitgever Nederland: Uitgeverij Kluitman, 2014;
Vertaling: Frans van der Heijden;
32 pagina’s.

In 2012 verscheen het meeslepende autobiografische boek “Bob de straatkat” van James Bowen. Het boek, inmiddels een internationale bestseller, vertelt het verhaal van de Londense straatmuzikant James Bowen die een gewonde straatkat vindt. Hoewel Bowen zelf dakloos is en met een drugsverslaving worstelt, besluit hij voor de kat te zorgen. Hij noemt de kat Bob en de twee worden al gauw onafscheidelijk. Sinds de ontmoeting verbetert het leven van James (en van Bob). Hij vindt een woning en komt van zijn drugsverslaving af. Ze treden samen op en worden steeds bekender in Londen en inmiddels ver daarbuiten.

Het prentenboek “Mijn naam is Bob” vertelt het verhaal van Bob voordat hij James ontmoet. Nadat zijn bazinnetje door een ambulance wordt meegenomen raakt Bob “dakloos”. Hij moet zien te overleven op straat. En dat valt niet mee. Hij mist een thuis, hij mist vriendschap en geborgenheid. Totdat hij James ontmoet….

Illustratie uit Mijn naam is Bob, illustrator Gerald Kelley, Kluitman 2014
Illustratie uit Mijn naam is Bob, illustrator Gerald Kelley, Kluitman 2014

Het voor het grootste deel verzonnen verhaal wordt verteld vanuit het perspectief van Bob. Blijft het prentenboek ook overeind zonder de achtergrond van James en Bob te kennen? Ja, maar dat is vooral te danken aan de prachtige illustraties van Gerald Kelley. Hij weet precies de juiste sfeer te creëren met prachtige straatscenes en levendige emoties. Achterin het prentenboek zijn leuke foto’s van James en Bob geplaatst en wordt de achtergrond van het verhaal beschreven. Dit maakt het boek, zeker ook voor kinderen, wel erg leuk en speciaal. Maar pas op, je kind wil vast en zeker een kat als huisdier na het lezen van dit boek 🙂

James Bowen lees het prentenboek voor aan Bob.
James Bowen lees het prentenboek voor aan Bob.

Hoewel in het boek een paar heftige momenten voorkomen (Bob raakt gewond door een beest in de duisternis en zijn oude bazinnetje wordt ziek), is het boek wel geschikt voor kinderen vanaf drie/vier jaar. Het begint vrolijk en eindigt vrolijk en is een hartverwarmend verhaal. Mijn naam is Bob had wellicht nog een paar bladzijden mogen duren. Wat gebeurt er nadat ze elkaar ontmoet hebben? Hoe treden ze samen op? De groeiende band tussen James en Bob is misschien iets voor een volgend prentenboek?

Kreukel – een echte Riphagen

Auteur en Illustrator: Loes Riphagen
Uitgever : Uitgeverij De Fontein, 2014
Leeftijd: 2 t/m 8 jaar
40 pagina’s

Kreukel is het nieuwe prentenboek van Loes Riphagen. Het boek heeft een harde kaft, ligt prettig in de hand en is mooi vormgegeven. Met veel humor en met vrolijke kleurrijke illustraties vertelt Riphagen het verhaal van de hond Kreukel (eigenlijk vertelt de hond zelf het verhaal). Er is niet veel tekst. Dat maakt het een echt kijkboek. Dat past prima bij het verhaal. Sterker nog, misschien hadden sommige zinnen wel beter weggelaten kunnen worden om nog meer aan de fantasie van het kind /en/of verteller over te laten.

Illustratie uit Kreukel, Loes Riphagen, 2014, De Fontein
Illustratie uit Kreukel, Loes Riphagen, 2014, De Fontein

De onhandige, naïeve, maar trouwe hond Kreukel woont bij een artistieke en keurige meneer. Kreukel denkt dat hij dikke maatjes is met zijn baasje, maar die denkt daar, gezien de capriolen van Kreukel toch wat anders over. Na de zoveelste streek van de hond zet hij hem bij het vuilnis (Kreukel zelf denkt echter dat hij op vakantie mag). Een mooi statement naar al die baasjes die hun hond aan een boom binden als ze zelf op vakantie gaan. Na een wandeling door het bos voelt Kreukel zich toch wat eenzaam. Gelukkig komt hij een lief oud vrouwtje tegen. Zou zij wel bij Kreukel passen? Kreukel is een prentenboek over trouw, vriendschap en acceptatie.

Schets Kreukel, Loes Riphagen 2014
Schets Kreukel, Loes Riphagen 2014

Op de illustraties van Riphagen is meestal veel te zien, zo ook bij die van Kreukel. Dit maakt het leuk om het boek meerdere keren te lezen en te bekijken. Je ontdekt iedere keer weer iets nieuws. Met dit nieuwe prentenboek laat Riphagen nogmaals zien wat een ontzettende goede prentenboek-illustrator zij is, met een eigen stijl die gekenmerkt wordt door gedetailleerde, grappige en kleurrijke illustraties. Gelukkig zit in het prentenboek ook nog een memory spel waarmee je nóg langer van de illustraties kunt genieten!

In de winkel van Prentenboek.nl is een originele karakterschets van Kreukel te koop!