Alle berichten van admin

BookaBooka prentenboeken app

BookaBooka logoBegin dit jaar is er een nieuwe prentenboek app gelanceerd onder de naam Bookabooka. Bookabooka is inmiddels te downloaden via de grote platforms iOS (app store), Android (play store) en Windows. In de app staan op dit moment 70 prentenboeken die gelezen of voorgelezen kunnen worden. Prentenboek.nl sprak met Sjors Miltenburg, eigenaar van BrainBro en initiatiefnemer van Bookabooka.

Dag Sjors, waarom heb je Bookabooka ontwikkeld?

Met BookaBooka wil ik ervoor zorgen dat bij alle kinderen een net zo rijk gevulde boekenkast komt te staan als uit mijn eigen jeugd.  Een uitnodigende kast die aanzet tot ontdekkend lezen en het opbouwen van zelf verkregen leesplezier.

Zelf al lezend kunnen ontdekken is prachtig, maar daaraan voorafgaand is het van belang dat het zaadje geplant wordt en een kind voorgelezen wordt. Er gaat immers voor een kind niets boven voorgelezen worden. Het is een activiteit die de band tussen ouder en kind versterkt en biedt een spelenderwijs lerende interactie. Voorlezen is echter niet iets wat bij iedereen in het bloed zit. Buiten de taalvaardigheid van de ouder moet je er ook boeken voor in huis halen en er bewust de tijd voor pakken. In onze steeds drukker wordende generatie sneuvelt voorlezen nog wel eens. Met de te kiezen voorleesstemmen in BookaBooka zorgen we ervoor dat elk kind er voor kan kiezen om voorgelezen te worden.

Maar waarom dan prentenboeken?

Prentenboeken worden gemaakt met een hoop liefde. Ze zijn vaak een echt een kunstwerk waar maanden werk in zit. Maar er worden elk jaar vele prentenboeken op de markt gebracht, en in de winkel is niet oneindig ruimte. De roulatiesnelheid is hierdoor relatief hoog en het leven van een prentenboek aan de korte kant. Ik vind het zonde van al die liefde die erin is gestoken en wil met BookaBooka prentenboeken een digitaal 2e leven bieden.

Een ander aspect is dat met relatief hoge productiekosten en een lange keten tot de consument, er maar weinig aan de strijkstok blijft hangen voor de makers. Doorgaans minder dan 10% van de verkoopprijs. Met een hoge roulatiesnelheid in de markt durft een uitgever vaak geen risico te lopen met een grote oplage. Ook de winkelketen neemt weinig risico en biedt voornamelijk de bekende titels en makers aan. Dit is jammer voor de diversiteit in het aanbod en deze aspecten zorgen er samen voor dat het lastig is om fulltime je brood te verdienen als prentenboekenmaker.

Met het bestaande digitale aanbod van prentenboeken is naar mijn mening bedroevend gesteld. Begrijp me niet verkeerd, er zijn een hoop apps te vinden, maar ze zijn vrijwel allemaal gestoeld op de ‘1 boek per app’ formule. Soms moet je ook nog het fysieke boek erbij hebben gekocht voordat het werkt. Uitgevers lijken hiermee hun businessmodel voor het fysieke boek niet los te kunnen of willen laten. De gekozen formule zorgt er ook voor dat de uitgevers van deze apps lastig uit de kosten komen en er een hoop apps ook weer verdwijnen uit de stores omdat de onderhoudskosten van al die losse apps uit de hand loopt. Daarom kiezen wij voor 1 app met een bibliotheek aan prentenboeken.

Bookabooka op de iPad
Bookabooka op de iPad
En hoe gaat het tot nu toe?

We zijn op dit moment druk bezig om onze bibliotheek verder te vullen. Er staan nu zo’n 70 boeken in, en tegen het eind van het jaar verwacht ik dat het er meer dan 100 zullen zijn. Om aan boeken te komen benader ik illustratoren en schrijvers die al geruime tijd actief zijn. Zij hebben vaak een hele set aan boeken die niet meer in de winkel liggen en waar ze de rechten van terug hebben. Met deze boeken verdienen ze geen geld meer en ze zijn prima geschikt voor een digitale tweede leven.

Maar geld is vaak niet de primaire motivator om mee te doen met BookaBooka. Het is vaak een gevoelskwestie, makers vinden het jammer dat hun ‘kindje’ thuis stof ligt te verzamelen in de la. Ze zijn blij dat hun werk nogmaals het daglicht kan zien en weer actief door kinderen gelezen wordt. We sturen de makers maandelijks een overzicht met gebruiksstatistieken om dit belangrijke aspect inzichtelijk te maken, iets wat ze bij de publicatie van hun fysieke boek nooit hebben gehad.

We zijn pas begin dit jaar gestart en staan echt nog aan het begin van onze onderneming. We moeten bijvoorbeeld nog veel doen aan naamsbekendheid. Toch zien we dat onze actie tegen ontlezing in de zomervakantie al een mooi succes was. De afgelopen maanden zijn er zo’n 2000 boeken per maand gelezen.

Welke functionaliteiten biedt Bookabooka nu?

bookabooka voorleesstemmenBookaBooka verkeert nu echt nog in versie 0.1. De functionele basis staat. De gebruiker kan uit het overzicht een boekje openen en de keuze maken voor zelf lezen of een voorleesstem. De simpele gebruiksinterface zorgt ervoor dat de allerkleinsten er snel hun weg in weten te vinden.

Buiten dat BookaBooka ‘mooier’ moet worden wil ik tal van functionaliteiten toevoegen. Denk bijvoorbeeld aan het ondersteunen van meerdere talen (inclusief gebarentaal), zelf een boek kunnen inspreken, een zelf opgenomen voorleesstem delen met anderen, makkelijk de bibliotheek filteren, leeshulpjes, kindspecifieke leesacounts, ondersteuning voor dyslexie… te veel om op te noemen.

Wat we precies gaan toevoegen wil ik mede laten afhangen van feedback van professionals in het leesonderwijs (leerkrachten, leesbevorderaars, logopedisten en dergelijke). In die hoek ben ik zeker nog op zoek naar samenwerkingen. Samen kunnen we BookaBooka zo vormgeven dat het ook bij hen goed aansluit.

Worden er ook interactieve elementen, zoals aanklikken en geluiden, in de prentenboeken zelf aangeboden?

Een prentenboek animeren of allerlei aanklikbare interactie toevoegen is erg arbeidsintensief en schaalt niet. Het wordt vaak als gimmick aangeboden om een digitaal prentenboek op te leuken, maar leidt de aandacht af van de kern van het verhaal. Ik ben er nog niet over uit of dit waardeverhogend werkt.

Het lijkt me meer waarde hebben om bijvoorbeeld lesbrieven in te passen in een prentenboek. Op deze manier help je een voorlezer om het maximale uit een verhaal te halen. Als de basisvragen ingesproken worden kan er zelfs zonder fysieke voorlezer een vorm van interactiviteit worden gecreëerd.

Een ander aspect waar ik me mee bezig wil gaan houden is het toevoegen van beweging door een plaat in of uit te zoomen. Dit is makkelijker in te passen dan het animeren van een afbeelding en zorgt er voor dat de allerkleinsten nog beter de concentratie vast kunnen houden tijdens het verhaal.

Voor nu focussen we ons vooral op het aanbieden van een enorme bibliotheek, want dat is voor ons de kernfunctionaliteit waar we ons mee willen onderscheiden.

Kun je wat vertellen wat er allemaal komt kijken om een prentenboek in de app te krijgen?

Het voordeel van het her-uitgeven van prentenboeken is dat digitale bestanden van het boek vaak al beschikbaar zijn en het redactie werk al is gedaan. Maar soms krijgen we ook de originelen die we inscannen en nabewerken. Om een uniform aanbod aan te bieden wat goed scherm vullend is doen we het buitenwerk van het boek opnieuw. We maken een nieuwe cover met een vaste hoogte/breedte verhouding.

De afbeeldingen worden waar mogelijk ontdaan van tekst. We kiezen ervoor om de tekst los aan te bieden om boeken makkelijk te kunnen vertalen. Het zorgt er ook voor dat een gebruiker bijvoorbeeld de tekstgrootte kan aanpassen, of makkelijk het lettertype kan wijzigen. Bij oudere boeken is het soms nodig om de tekst te moderniseren. Hierna zorgen we ervoor dat de illustrator, schrijver en hun website(s) een podium krijgen op de laatste bladzijde van het boek. Het boek wordt ingesproken en vervolgens goedgekeurd door de makers. Dan gaat de knop om en wordt het boek voor iedereen beschikbaar in de bibliotheek van BookaBooka.

 Hoe bepaal je welke prentenboeken geschikt zijn voor Bookabooka?

Dit is voor een deel een gevoelskwestie, maar een prentenboek is in principe geschikt voor BookaBooka als:

  • het uit minimaal 12 afbeeldingen (exclusief cover) bestaat die voldoende tot de verbeelding spreken.
  • de typografie en opmaak van tekst een ondergeschikte rol hebben aan de afbeelding
  • het per afbeeling maximaal 60, maar liever 30 seconden voor te lezen tekst bevat
  • het verhaal geen sterke referenties heeft naar een religie
Een prentenboek binnen Bookabooka
Een prentenboek binnen Bookabooka
 Zijn er ook prentenboeken exclusief voor Bookabooka gemaakt?

De meeste prentenboeken in het aanbod waarmee we gestart zijn, zijn boeken die  we zelf vertaald hebben naar het Nederlands. We schakelen nu over naar het toevoegen van prentenboeken van Nederlandse en Belgische makers. Sommige boeken waren nog niet uitgegeven, maar exclusief voor BookaBooka gemaakt zijn ze (tot nu toe) nog niet. Ik sluit echter niet uit dat ze er gaan komen, want zelf heb ik ook wat verhalen bedacht. Wellicht dat ik hier in de toekomst een illustrator aan weet te binden.

Ik heb een prentenboek gemaakt, kan deze dan door jullie worden uitgegeven via Bookabooka?

Ja dat kan, en het is eigenlijk heel simpel. Stuur een mailtje met je prentenboek als pdf naar manuscript@brainbro.nl. We beoordelen het verhaal doorgaans binnen een week en sturen je bij akkoord een contract toe. Hierna is het files aanleveren en doorgaans staat het boek er dan binnen een maand in.

Zijn er kosten verbonden aan de app?

Een abonnement op BookaBooka kost 4,99 € / maand voor particulieren. De app is beschikbaar voor iOS, Android en Windows apparaten. Het abbonnement is op dit moment alleen nog af te sluiten binnen Android en Windows. De iOS versie loopt een beetje achter en daar volgt het abbonnement systeem zeer binnenkort.

Voor zakelijke klanten zoals scholen, kinderdagverblijven en logopediepraktijken gelden andere tarieven. 

Wat zit er nog in het vat voor Bookabooka?

In de overgang van ‘voorgelezen worden’ naar ‘meelezen’ naar ‘zelf lezen’ is de kers op de taart dat je zelf gaat voorgelezen en hier waardering voor krijgt. Hiermee is wat mij betreft de positief zichzelf versterkende cirkel rond. Het lijkt me leuk om deze laatste stap richting ‘zelf voorlezen’ te bevorderen door een sociaal platform van voorleesstemmen op te zetten. Hier kunnen enthousiastelingen hun zelf opgenomen voorleesstem beschikbaar zetten voor de massa en waardering krijgen vanuit alle gebruikers die nog niet zijn aanbeland bij ‘zelf voorlezen’.

Maar eigenlijk vind ik het het belangrijkst dat BookaBooka beschikbaar komt voor iedereen in de samenleving, en dan vooral in de taaltechnisch kwetsbare groep. Ik zou het geweldig vinden om samen te kunnen werken als digitale partner van de Nationale Bibliotheek om de drempel tot deelname voor deze groep weg te kunnen nemen. Het zou ultiem zijn als we zo samen de cirkel van taalachterstand weten om te buigen naar een cirkel die stimuleert tot  (voor)lezen.

Interview Linde Faas

Linde Faas (1985) is een Nederlandse animator en illustrator en studeerde cum laude af aan de kunstacademie van Breda. Linde woont sinds 2017 in het noorden van Noorwegen.  In 2018 verscheen haar prentenboekendebuut “Ik neem je mee”.  Haar tweede prentenboek  “De jongen en de walvis” verscheen in 2019 en staat in de prentenboek top10 van het jaar 2021.

Linde Faas
Linde Faas
Dag Linde, welke plek hebben prentenboeken in jouw oeuvre?

Prentenboeken beginnen een steeds belangrijkere plek in te nemen in mijn werk. Sinds ik een aantal jaar geleden mijn eerste prentenboek ‘Ik neem je mee’ maakte, probeer ik steeds meer ruimte te maken om aan prentenboek projecten te werken. Het geeft me een enorm gevoel van vrijheid om mijn eigen verhalen te verzinnen en hier illustraties bij te kunnen maken.

Illustratie uit "de jongen en de walvis", Linde Faas, 2019, Lemniscaat
Illustratie uit “De jongen en de walvis”, Linde Faas, 2019, Lemniscaat
Kun je wat meer vertellen over “De jongen en de walvis”? 

Het idee voor dit boek is ontstaan toen mijn man (die werkt als mariene bioloog) onderzoek deed naar potvissen in Noorwegen en ik af en toe met hem mee mocht op veldwerk. Ik had nog nooit een walvis gezien en was enorm onder de indruk van dat gigantische dier. Hij dobberde daar een beetje en vond het wel prima dat wij daar waren. Totdat hij een duik nam en er een gigantische staart boven water kwam. Je weet echt niet wat je ziet! Ik dacht meteen, hier wil ik iets mee doen.

Ook de Noord Noorse natuur maakte een diepe indruk op me. De kleuren, de weidsheid van het landschap en de stilte. Het gevoel van verwondering en verstilling, wat ik zelf ervoer toen we daar met een bootje op open zee lagen te luisteren naar het ademhalen van de potvis, wilde ik heel graag proberen over te brengen in mijn boek.

Hoe ga je te werk bij het schrijven en illustreren van een prentenboek?

Het begint bij mij vaak met een bepaald beeld of een bepaalde sfeer die in me opkomt. Zoals het beeld van een jongen die verlangend naar de zee staat te kijken en het gevoel van eenzaam voelen. Dit was één van de eerste beelden die er in me opkwam voor ‘De jongen en de walvis’.

Meestal begin ik met losse schetsen om de beelden en de sfeer die ik in gedachten heb visueel te maken en mezelf de tijd te geven om het verhaal in mijn hoofd tot leven te laten komen. Ook schrijf ik soms al stukjes tekst. Dit hoeft nog niet de uiteindelijke tekst te zijn die in het boek komt, maar is meer een oefening om de juiste sfeer te vinden en het verhaal duidelijker te krijgen. Dit proces van schetsen en teksten schrijven kan soms best een tijdje duren. Soms heeft het maanden nodig om tot de kern van een idee te komen. Het is belangrijk om die tijd te nemen en het niet teveel te overhaasten.

potloodschets voor “De jongen en de walvis”, Linde Faas
potloodschets voor “De jongen en de walvis”, Linde Faas

Als ik het gevoel heb dat het verhaal wat meer vorm begint te krijgen, maak ik een storyboard. Dit is iets wat ik op de kunstacademie vaak deed voor mijn animatiefilms en werkt ook heel goed voor het opzetten van een prentenboek. In eerste instantie doe ik dit met potlood, maar later voeg ik ook kleur toe om een beter beeld te krijgen van het kleurverloop van de illustraties.

Daarna neem ik de tijd voor het ontwerpen en ontwikkelen van de karakters. Het kan best een tijdje duren voordat je een karakter echt goed in je vingers hebt zitten. Als dit eenmaal natuurlijk en vertrouwd voelt, begin ik met het uitwerken van de uiteindelijke illustraties en het schrijven van de tekst.

Uiteindelijke illustratie voor “De jongen en de walvis”, Linde Faas, 2019, Lemniscaat
Uiteindelijke illustratie voor “De jongen en de walvis”, Linde Faas, 2019, Lemniscaat
Welke illustratietechnieken gebruik je?

Ik probeer zoveel mogelijk op papier werken, maar soms is het ook bevrijdend om in de computer te werken, omdat je daarmee veel meer mogelijkheden hebt dan op papier.

Is er veel veranderd in jouw werkproces tussen je debuut en nu?

Ja enorm veel! Vroeger had ik het gevoel dat het meteen perfect moest zijn en was er weinig ruimte voor het uitproberen van nieuwe dingen. Ik dacht dat ik alles van tevoren helemaal uitgedacht moest hebben voordat ik echt kon beginnen met het uitwerken van de illustraties. Nu vind ik het juist fijn om dingen open te laten en wat van de controle los te laten. Om gewoon te beginnen en te zien waar het me naartoe leidt. Meestal leveren de dingen die spontaan of per toeval ontstaan de mooiste en meest interessante beelden op.

 Wat zijn echte leermomenten geweest?

Eén van mijn meest belangrijkste leermomenten was toen ik eindelijk de stap durfde zetten om aan een eigen prentenboek idee te gaan werken. Daarvoor dacht ik steeds ‘het komt wel’, maar het komt pas als je het echt inplant en jezelf de tijd gunt om er in alle rust aan te kunnen werken. Het voelde als een bevrijding toen ik eenmaal kon starten en heeft me geleerd dat het belangrijk is om je eigen pad te volgen en op je gevoel te vertrouwen.

 Wat zijn jouw favoriete materialen  en technieken om te illustreren?

In mijn vrije werk en animaties hou ik er erg van om te werken met potlood. Ik hou er enorm van om in zwart/wit te werken en vind de structuur van potlood erg mooi. En het repetitieve van met potlood tekenen werkt bijna hypnotiserend. Het is een soort mindfulness. Meestal ben ik zo geconcentreerd aan het tekenen dat ik er pas na een lange tijd weer uit kom en dan pas goed zie wat ik precies heb getekend. Het is een heel natuurlijk proces. Dat is vaak heel leuk omdat ik mezelf er soms mee kan verbazen met wat er op papier is ontstaan.

In mijn illustraties gebruik ik het liefst verschillende materialen door elkaar zoals aquarel, inkt, potlood, pastel en krijt. Dit geeft me veel vrijheid om te experimenten en brengt een levendigheid en beweging in het beeld die ik mooi vind.

 Aan welk boek bewaar je leuke herinneringen? 

Het boek waar ik op verschillende vlakken de beste herinneringen aan heb, is ‘Vlo en Stiekel’ van Pieter Koolwijk. Dit was mijn eerste opdracht voor Lemniscaat en het eerste boek dat ik voor Pieter illustreerde. Ik was van plan om mijn portfolio naar een aantal uitgeverijen op te sturen, maar ik vond dat ik mijn portfolio eerst moest uitbreiden. Ik kwam net van de kunstacademie waar ik me voornamelijk op het maken van animatiefilms had gericht en had nog maar weinig illustraties gemaakt. Dus was ik van plan om mezelf een half jaar de tijd te geven om mijn portfolio op te bouwen. Ineens kreeg ik een mailtje van de uitgever van Lemniscaat, met de vraag of ik een keertje op gesprek wilde komen. Ik dacht eerst dat iemand een grap met me uithaalde, maar het bleek echt een uitnodiging te zijn! Ik weet nog steeds niet zeker hoe ze me destijds gevonden hebben, haha!

Dit was ook het begin van mijn samenwerking met Pieter Koolwijk, wiens boeken ik bijna allemaal geïllustreerd heb. Het is heel fijn om met Pieter samen te werken. Hij betrekt me al in een vroeg stadium bij zijn verhalen en geeft mij alle ruimte om daar mijn eigen creatieve uitspattingen op los te laten. Soms bedenkt hij zelfs bepaalde scenes of elementen omdat hij denkt dat ik daar iets moois bij kan illustreren. Hij daagt me graag uit. We voelen elkaar goed aan en denken op dezelfde manier, wat erg fijn werkt.

Illustratie uit "Gozert", Linde Faas, auteur Pieter Koolwijk, Lemniscaat, 2019
Illustratie uit “Gozert”, Linde Faas, auteur Pieter Koolwijk, Lemniscaat, 2019
 Heb je zelf een aantal favoriete prentenboeken? En illustratoren en schrijvers?

Oh het zijn er zoveel, teveel om allemaal op te noemen! Eén van mijn favoriete prentenboeken is ‘Regels van de zomer’ van Shaun Tan. Ik kan daar uren naar kijken en bij wegdromen. Ik vind het zo’n mooi poëtisch idee. En de illustraties zijn echt schitterend. Verder zijn Rebecca Dautremer, Benji Davies, Oliver Jeffers, Paul Biegel, Pieter Koolwijk, Roald Dahl en Astrid Lindgren onder mijn favorieten. 

Ben je momenteel weer bezig met een nieuw prentenboek? Kun je al een tipje van de sluier oplichten?

Ik heb net een prentenboek afgerond. Het gaat over een kikker die op zoek gaat naar zijn broer in de jungle. Het is kleurrijk en een beetje vreemd. Mijn doel is dat het de lezer met een warm gevoel achterlaat. Ik hoop dat dat gaat lukken.

Inmiddels ben ik ook begonnen met een nieuw prentenboek geïnspireerd op Noorwegen. Dit keer gaat het over de magische winter.

Heb je tot slot nog (meer) tips voor beginnende illustratoren?

Vertrouw op je intuïtie en durf jezelf te zijn! Probeer op zoek te gaan naar je eigen handschrift en je eigen stem. Experimenteer zoveel mogelijk en zie elke stap als een nieuwe kans om dingen te leren. Wees niet bang dat dingen mislukken of tegenvallen, het zijn allemaal belangrijke stappen die je verder helpen en alleen maar beter maken als illustrator en kunstenaar. Laat je niet teveel leiden door wat anderen vinden, iedereen heeft een andere mening. Uiteindelijk kun je het beste op je eigen gevoel vertrouwen.

Wil je meer weten over Linde Faas en haar werk? Bezoek dan ook eens haar eigen website!

Gewoon zoals je bent

Titel: Gewoon zoals je bent
Auteur en illustrator: Jonny Lambert
Uitgeverij: Veltman Uitgevers, 2016
Oorspronkelijke titel: Little Why, Little Tiger Press, 2016
Vertaling: Ellen Hosmar / Vitataal

‘Gewoon zoals je bent’ is geschreven en geïllustreerd door de Britste beeldend kunstenaar Johnny Lambert. Hij heeft diverse prentenboeken op zijn naam staan, waarin altijd dieren de hoofdrol spelen. Het prentenboek is in Nederland in 2016 uitgegeven door Veltman Uitgevers en stond in de Prentenboeken-top 10 van 2018.

Het verhaal van Gewoon zoals je bent

Op de uitnodigende, frisse witte kaft van het prentenboek, zien we het kleine olifantje Snuf, tussen de statige lange benen van een giraffe. Snuf moet netjes in de rij lopen van de kudde olifanten, maar er is zoveel te zien, dat dit niet lukt.

illustratie uit gewoon zoals je bent, Lambert, 2016
illustratie uit gewoon zoals je bent, Lambert, 2016

Kleine Snuf wordt afgeleid door alle dieren die de kudde onderweg tegenkomt. Eerst komt Snuf Gnoe tegen, die prachtige prikhoorns heeft. Snuf wil ook wel van die prikhoorns, zodat hij iedereen bang kan maken. Vervolgens ziet Snuf de superlange steltpoten van de giraffen. Snuf wil ook wel zo giga-groot zijn, een gespikkelde zachte vacht hebben zoals Cheeta, of superscherpe hap-hap-tanden hebben, zoals Krokodil die heeft. Telkens wanneer Kleine Snuf de rij verlaat, krijgt hij te horen: “Blijf in de rij!” Kleine Snuf wordt er zelfs verdrietig van.

Uiteindelijk komen de dieren aan bij een waterplas en krijgt Kleine Snuf te horen dat hij geen gespikkelde vacht of puntige hoorns nodig heeft. Kleine Snuf heeft immers flapper-de-flaporen en een super-spetterende slurf: “Kleine Snuf, je bent speciaal, gewoon zoals je bent!”

Illustraties en interactie

Het verhaal is vrij eenvoudig, maar daardoor goed te volgen voor peuters en kleuters, die zich ongetwijfeld zullen herkennen in Kleine Snuf. Het is immers niet altijd leuk om in de rij te moeten lopen, wanneer je om je heen zoveel interessante dingen ziet. Het telkens terugkerende ‘Blijf in de rij!’ is voor jonge kinderen uitnodigend om mee te roepen. Snuf wordt in het boek niet benoemd als een jongen of een meisje, waardoor kinderen hier hun eigen invulling aan kunnen geven.

De illustraties zijn duidelijk en aansprekend, met grappige details, zoals een kleine blauwe vogel die op elke pagina opduikt en Kleine Snuf zelfs uit de bek van de krokodil trekt. Op elke pagina zijn ook twee insecten te zien, die een keutel voortduwen.

illustratie uit gewoon zoals je bent, Lambert, 2016
illustratie uit gewoon zoals je bent, Lambert, 2016

‘Gewoon zoals je bent’ is een mooi vormgegeven prentenboek, over een vertederend olifantje en leent zich uitstekend voor interactief voorlezen. De illustraties concentreren zich op Kleine Snuf, waardoor van de andere dieren vaak alleen de poten, de staart, de bek of de slurf zijn afgebeeld. Kinderen zullen hierdoor willen raden welke dieren te zien zijn. Bovendien biedt het prentenboek voldoende mogelijkheden om met jonge kinderen te praten over het belang van het volgen van regels, om de Afrikaanse wilde dieren te bespreken, met hun typische uiterlijke kenmerken en natuurlijk om onderlinge verschillen tussen kinderen bespreekbaar te maken, met de boodschap dat iedereen speciaal is, gewoon zoals je bent.

Recensie door Joyce Kuenen

Recensenten gezocht

Ben je ook liefhebber van prentenboeken? Wij ook! Er komen ieder jaar nieuwe prentenboeken uit die eigenlijk een plekje verdienen op Prentenboek.nl. Daarom zijn wij op zoek naar prentenboek recensenten.

Je mag over over nieuwe en oude prentenboeken schrijven. Wel moet het boek ook in het Nederlands zijn uitgegeven. Ook is er nog niet eerder een recensie van het boek op prentenboek.nl verschenen. De inhoud van de recensie is uniek en mag in principe alleen op prentenboek.nl geplaatst worden.

recensenten gezocht
Prentenboek.nl zoekt recensenten

De recensie zal onder jouw eigen naam (of pseudoniem) worden geplaatst. Je mag een link opnemen naar een eigen website en/of sociale media. Wij kunnen eventueel bij de uitgever een recensie exemplaar voor je aanvragen.

Vind jij het leuk om af en toe een prentenboek te bespreken en een recensie te schrijven? Kun je goed en foutloos schrijven? Neem dan contact op!

Prentenboek van het jaar 2021

“Coco kan het!” is verkozen tot het prentenboek van het jaar 2021. Het prentenboek is  geschreven en geïllustreerd door Loes Riphagen. Het boek is in 2019 uitgegeven door Gottmer.

Voor alle babyvogels is het tijd om voor het eerst te vliegen. Alleen Coco durft niet echt. Wat als ze valt? Of als een kat haar grijpt? Maar als het wél lukt, kan ze samen met haar vriendjes mooie vormen vliegen. Gelukkig helpt mama een handje…. Is Coco klaar om haar vleugels uit te slaan en de wereld te ontdekken?

prentenboek van het jaar 2021 top 10
prentenboek van het jaar 2021 top 10
Prentenboek Top Tien 2021

Zoals gebruikelijk hebben de jeugdbibliothecarissen nog negen andere prentenboeken gekozen die samen de prentenboek top tien voor 2021 vormen. In deze top tien staan zeven prentenboeken van Nederlandstalige schrijvers en illustratoren (hieronder cursief aangegeven)!

De Prentenboek TopTien voor De Nationale Voorleesdagen 2021 (in alfabetische volgorde):

  • Coco kan het! – Geschreven en geïllustreerd door Loes Riphagen (Uitgeverij Gottmer)
  • De jongen en de walvis – Geschreven en geïllustreerd door Linde Faas (Uitgeverij Lemniscaat)
  • Dit is uil – Geschreven door Libby Walden, geïllustreerd door Jacqui Lee (Veltman Uitgevers)
  • Eén voor jou, twee voor mij – Geschreven en geïllustreerd door Jörg Mühle (Uitgeverij Gottmer)
  • Kom je mee? – Geschreven door Sjoerd Kuyper en geïllustreerd door Grootzus (Rubinstein)
  • Mijn handen dansen & mijn mondje is een rondje – Geschreven door Riet Wille en geïllustreerd door Ingrid Godon (De Eenhoorn Uitgeverij)
  • Naar de wolven – Geschreven door Anna Woltz en geïllustreerd door Dieter Schubert en Ingrid Schubert (Uitgeverij Querido)
  • Op weg – Geschreven en geïllustreerd door Leo Timmers (Uitgeverij Querido)
  • Petra – Geschreven en geïllustreerd door Marianna Coppo (Flamingo – BBNC Uitgevers)
  • Wat rijmt er op stoep? – Geschreven en geïllustreerd door Harmen van Straaten (Uitgeverij Leopold)

Deze prentenboeken staan centraal tijdens De Nationale Voorleesdagen van 2021. Deze worden gehouden van woensdag 20 januari tot en met zaterdag 30 januari 2021 en start traditiegetrouw met Het Nationaal Voorleesontbijt.

Bekijk ook eens alle prentenboeken van het jaar vanaf 2004 en de prentenboek top 10 vanaf 2010!

Samen hier

Titel: Samen Hier – Wijs worden uit de wereld
Auteur en illustrator: Oliver Jeffers
Uitgever: De Fontein Jeugd
Oorspronkelijke uitgave: “Here we are – Notes for Living on Planet Earth”, HarperCollins, 2017
Vertaling: Marjolein Algera
32 pagina’s
Bekroningen: TIME Magazine Best Book of the Year, Boston Globe Best Book of 2017

Samen hier is het eerste non fictie prentenboek van Oliver Jeffers, de illustrator van onder meer het geweldige prentenboek “de krijtjes staken”. Jeffers maakte dit prentenboek voor zijn pasgeboren zoon. Hij begon voor zijn zoon “gewone” spullen en zaken aan te wijzen en te vertellen wat ze zijn. “Dit is en stoel, dit is eten, dit is een boom”. De weken daarna werd de rondleiding uitgebreid met de buurt waarin ze wonen. Jeffers begon aantekeningen te maken en te schetsen wat hij allemaal vertelde. Zo ontstond het idee voor het prentenboek waarin hij in feite op een liefdevolle manier een kijkje geeft in de wereld en de mensen en dieren die er wonen.

Spread uit Samen hier, Oliver Jeffers, 2017, De Fontein
Spread uit Samen hier, Oliver Jeffers, 2017, De Fontein

Samen hier is een vertel en zoekboek tegelijkertijd. Echt een prentenboek dat je meerdere malen met je kind (of stiekem zelf) zult lezen en bekijken. Prachtige humoristische illustraties met veel oog voor detail nemen je mee op reis en geven in het groter geheel de boodschap dat iedereen anders is, dat dat mag, en dat we goed op elkaar en de aarde moeten passen. Dat klinkt misschien betuttelend, maar dat is dit prentenboek zeker niet.

Spread uit Samen hier, Oliver Jeffers, 2017, De Fontein
Spread uit Samen hier, Oliver Jeffers, 2017, De Fontein
Het verhaal van Samen hier

Jeffers begint met de plek van de aarde in het heelal en ons zonnestelsel. Dan begint de rondleiding op aarde… Hij vertelt over het land, de zee en de lucht. Op de aarde wonen mensen. Wat is een mens? “Mensen zijn er in allerlei vormen, maten en kleuren.” En er zijn ook dieren. Hoewel we al veel weten, is er nog genoeg te ontdekken. Dan zoomt Jeffers weer uit naar de aarde in heelal. “Zorg goed voor haar, want we hebben er maar eentje”. “En mocht je vragen hebben, vraag het mij of iemand anders, want op de aarde ben je nooit alleen”

Op basis van het boek is een korte animatiefilm gemaakt waarin niemand minder dan Meryl Streep de verteller is.

De mooiste vis van de zee

Titel: De mooiste vis van de zee
Auteur : Marcus Pfister
Illustrator: Marcus Pfister
Uitgever: De Vier Windstreken
Oorspronkelijke uitgave: “Der Regenbogenfisch”, NordSüd Verlag, 1992
Vertaling: Nannie Kuiper
32 pagina’s

De mooiste vis van de zee spoelde al weer 28 jaar geleden aan. Het prentenboek van Marcus Pfister is inmiddels een klassieker, vertaald in meer dan 50 talen, met een oplage van meer dan 30 miljoen exemplaren. De prachtige illustraties zijn gemaakt met waterverf. Voor de zilverkleurige schubben van de Regenboogvis gebruikte Pfister een (kostbare) foliedruk techniek. Zo krijgt de vis letterlijk een schitterende en chique uitstraling.

Regenboog is de mooiste vis in de zee. Maar hij is ijdel en trots en daardoor wil niemand meer met hem spelen. Pas als hij zijn mooie schubben weggeeft vinden ze hem weer aardig. Hij leert zo dat het belangrijker is om vrienden te hebben dan om de mooiste vis te zijn! Het gaat Marcus Pfister om het delen. “Door te delen maak je anderen gelukkig èn word je zelf gelukkig, net als het van geven van cadeautjes.” De mooiste vis van de zee heeft inmiddels meerdere opvolgende prentenboeken.

Spread uit "De mooiste vis van de zee", Marcus Pfister
Spread uit “De mooiste vis van de zee”, Marcus Pfister, 1992, De Vier Windstreken
Het verhaal van De mooiste vis van de zee

Ergens diep in de zee leefde een bijzondere vis… De mooiste vis van de zee. Dat vind hij niet alleen zelf. Dat zien ook de andere vissen. Zijn schubben hebben alle kleuren van de regenboog en zijn bezaaid met zilveren glinsters. De andere vissen noemen hem “Regenboog” en willen allemaal graag met hem spelen. Maar Regenboogvis negeert hen, trots als hij is. Dan vraagt een jonge vis of hij een van zijn mooie schubben mag hebben, hij heeft er immers toch zoveel. Daar moet Regenboog niet aan denken en stuurt de jonge vis kwaad weg.

Vanaf dat moment wil niemand nog met Regenboogvis spelen. Opscheppen over zijn mooie schubben kan niet meer. Hij voelt zich verschrikkelijk alleen en zielig. Dan krijgt Regenboog wijze raad van Octopus. “Als je iedere vis een van je schubben geeft, is je narigheid voorbij.” Dan ben je misschien niet meer de mooiste vis van de zee, maar wel de gelukkigste”.

Regenboogvis twijfelt, maar dan zwemt de jonge vis weer naast hem. Hij vraagt of hij toch niet een heel klein mooi schubje mag hebben. En zo, na lang zoeken, geeft Regenboog, het allerkleinste schubje aan de jonge vis. De jonge vis was dolgelukkig.

Dan zwemt Regenboog weer trots tussen de vissen. Die vragen nu ook allemaal om een schub. Regenboog deelt nu zijn mooiste schubben uit en wordt steeds vrolijker. Hoe meer hij er weg geeft, hoe mooier hij wordt… Hij gaat er helemaal van stralen!

Nu willen alle vissen weer met Regenboog spelen!

Interview Yvonne Jagtenberg

Yvonne Jagtenberg brengt een ode aan filmmaker Jacques Tati met haar boek  “Mijn wonderlijke oom”, over Mon oncle, het alter-ego van Tati.  De kleine Gerard woont in een hypermodern, kil huis waar humor en kattenkwaad niet getolereerd lijken te worden. Zijn prettig gestoorde oom brengt daar verandering in. Zijn fantasie en verwondering vormen een voorbeeld voor zijn neefje. De vraag is wie past er nu eigenlijk op wie?

Gefeliciteerd Yvonne met het Gouden Penseel voor “Mijn wonderlijke oom”. Kun je wat vertellen over hoe “Mijn wonderlijke oom” tot stand is gekomen?

Een idee is altijd een samenspel van omstandigheden. Bij het opruimen van mijn atelier kwam ik een tekeningetje tegen dat ik bijna 20 jaar geleden gemaakt, geïnspireerd op Jacques Tati. Ik had mijn man getekend met een regenjas en een pijp en een vlaggetje, omdat hij 40 werd. Het wekte opnieuw mijn interesse voor Tati en ik kwam erachter dat hij het karakter zijn alter-ego Mon oncle 60 jaar geleden bedacht had. Geen toeval. Het idee ontstond om een nieuwe generatie kennis te laten maken met deze wonderlijke man en zijn visie op het leven.

Spread uit Mijn wonderlijke oom, Yvonne Jagtenberg, Rubinstein, 2018
Spread uit Mijn wonderlijke oom, Yvonne Jagtenberg, Rubinstein, 2018

Het boek is een in alle opzichten een rond verhaal, omdat er niet alleen voor mij persoonlijk dingen blij elkaar komen. Zoals mijn levensvisie, mijn jeugd en mijn voorbeelden. Mijn vader, maar ook Jacques Tati als beeldmaker. Maar ook omdat het verhaal zichzelf vertelde. Al werkende kwam ik erachter dat het verhaal er altijd al geweest was en dat ik mijn eigen beeldtaal kon gebruiken, mijn eigen verhaal kon vertellen en tegelijk het verhaal over Jacques Tati. Dat was een heel bijzondere ervaring.

Wat ga je doen voor de promotie van het boek?

Ik reis rond met Mijn oom naar scholen en bibliotheken. Maar  we zijn stiekem ook aan het nadenken over een leuke theatervoorstelling.  Daarnaast moet ik naar Parijs, ga ik op bezoek bij de erven van Tati en zal er een boekpromotie toer komen aldaar.

Er staat inmiddels ook een liedje op Youtube over “Mijn wonderlijke oom”.

Welke plek hebben prentenboeken in jouw oeuvre?

Ik heb verschillende prentenboeken(series) gemaakt als auteur en illustrator.  Daarbij heb ik karakters gecreëerd zoals Arno, Balotje, Hartje, Hondje de enige.

Ik heb ook een karakter De fantastische Max van Mars gemaakt, een leesboek vanaf 8 jaar, waar ik ook zelf kleine tekeningen voor maakte.  Prentenboeken zijn als het goed is één beweging, van voor naar achteren, boeken waar vanwege het beeld geen woord teveel in staat. Dat is bij een leesboek anders, daar moet je soms dingen omschrijven, dingen die je in een prentenboek gewoon kan zien. Die relatie tussen woord en beeld maakt een prentenboek maken spannend.

Hoe ga je te werk bij het schrijven en illustreren van een prentenboek? Kun je jouw werkproces toelichten?

Inspiratie heb ik gek genoeg altijd wel, maar niet elk idee is levensvatbaar. Ik pluk mijn ideeën van de straat of van een boom. Soms heeft het meer de vorm van een ei, een verhaal wat er gewoon uit moet.

Meestal begint het met een knullig tekeningetjes of een zinnetje. Ik prik het aan de muur of stop het in een boekje. Ik geef het aandacht, koester of verwaarloos het. Tot het moment daar is. De overeenkomst met koken is groot; ingrediënten bij elkaar zoeken, idee afpellen, bakken,  sudderen. Dingen moeten rijpen. Of het nu in je hoofd is of op papier. Tot het moment is aangebroken dat ik er echt iets goeds van kan bakken.

Ik leer nog steeds. Elk boek weer iets nieuws of over mezelf, de wereld of over een techniek. Elk boek is voor mij een leerproces.

Schets Mijn wonderlijke oom, Yvonne Jagtenberg
Schets Mijn wonderlijke oom, Yvonne Jagtenberg
Welke illustratietechnieken gebruik je?

Ik werk nu met aquarel. Maar heb eigenlijk niet zoveel met die laagjestechniek. Ik houd van de directheid van potlood en andere basic materialen, zoals krijt en pen. Het maakt niet uit. Als het maar niet met de computer is. Ik vind de verbinding hoofd-hart-hand heel belangrijk!

Uiteindelijke illustratie uit Mijn wonderlijke oom, Yvonne Jagtenberg, Rubinstein, 2018
Uiteindelijke illustratie uit Mijn wonderlijke oom, Yvonne Jagtenberg, Rubinstein, 2018
Aan welk boek, auteur en/of uitgeverij bewaar je de beste (of leuke) herinneringen en op welke ben je het meest trots?

Mijn eerste boek “Een bijzondere dag” was meteen een groot succes.  Ik ben nog elke dag blij dat ik die stap gezet heb. Ik won er het Charlotte Köhler Stipendium mee, het werd verkocht aan meerdere landen en ik kwam o.a. te hangen in New York en Japan op exposities. Afreizen naar Amerika en daar verblijven in de Mondriaan-loft of 10 dagen naar Japan, lezingen en workshops verzorgen in het museum. Daar heb ik mooie herinneringen aan.

Spread uit Een bijzondere dag, Yvonne Jagtenberg, Davidsfonds, 2005
Spread uit Een bijzondere dag, Yvonne Jagtenberg, Davidsfonds, 2005
 Heb je zelf een aantal favoriete prentenboeken?

De verhalen van Helma Heine of John Burningham vind ik fijn. En Petit Nicolas met de directe tekeningen van Goscinny Sempé.

 En illustratoren en schrijvers?

Ik hou van Carver, de manier waarop hij verhalen verteld.

Ik kijk niet heel veel naar andere illustratoren. Wel naar kunst. Dat is mijn achtergrond en inspiratie. Het zijn vaak details of klein stukjes waar ik warm van word. Grote jongens als Hopper of Klee. Ik hou van beelden. Werken die een verhaal in zich dragen.

Ben je momenteel weer bezig met een nieuw prentenboek? Kun je al een tipje van de sluier oplichten?

Ik ben nu bezig met Hup Herman, een boek over een hangbuikzwijn. Wilde ik altijd al eens maken, omdat ik het zo’n geweldig leuk beest vind. Dat bruin-zwarte logge lijf met die kleine priemoogjes. Ik verheug me op Herman. Hij komt eraan!

Heb je tot slot nog (meer) tips voor beginnende auteurs en illustratoren (van prentenboeken)?

Nou, doe niet iets wat een ander al doet. Probeer je eigenheid te ontdekken door te doen, heel veel te doen. En jaag niet de wind achterna, maar heb plezier in wat je doet!

Yvonne Jagtenberg werkt aan Mijn wonderlijke oom (foto Arno Kranenborg)
Yvonne Jagtenberg werkt aan Mijn wonderlijke oom (foto Arno Kranenborg)

Wil meer weten over Yvonne Jagtenberg en haar werk? Neem dan eens een kijkje op haar eigen website.

De kleine walvis

Titel: de Kleine Walvis
Auteur : Benji Davies
Illustrator: Benji Davies
Uitgever: Luitingh-Sijthoff
Oorspronkelijke uitgave: “The Storm Whale”, Henry Holt and Co, 2014
Vertaling: Edward van de Vendel
32 pagina’s

De Kleine Walvis was het prentenboek van het jaar in 2017 en er zijn inmiddels meer dan 100.000 Nederlandstalige exemplaren verkocht. De Kleine Walvis was het eerste prentenboek dat Benji Davies zowel schreef als illustreerde. Davies, van oorsprong een illustrator en animatieregisseur, baseerde zijn prentenboek op een korte animatiefilm die hij al had gemaakt.

In de Kleine Walvis komen de thema’s eenzaamheid, afscheid nemen en vriendschap op een mooie manier aan bod voor kinderen ouder dan 4 jaar. De sferische illustraties ondersteunen deze thema’s en vertellen het verhaal, waarbij de tekst vooral ondersteunend is. De details in de illustraties zorgen tevens dat er veel te zien is en nodigen uit om langer te kijken en vaker te lezen…

Spread uit "De kleine walvis", Benji Davies, 2014, Luitingh-Sijthoff
Spread uit “De kleine walvis”, Benji Davies, 2014, Luitingh-Sijthoff

Het verhaal van De Kleine Walvis

Boy woont met zijn vader en zes katten aan zee.
Zijn vader gaat hele dagen vissen.
Als het op een nacht gestormd heeft gaat Boy naar strand om te kijken of er wat achtergebleven is.
Dan ziet hij een aangespoelde kleine walvis.
Hij redt de walvis door hem thuis in de badkuip te (ver)stoppen.
Boy vertelt verhalen aan de walvis en brengt hem eten.
Als zijn vader de walvis ontdekt, wordt hij niet boos.
Hij snapt dat Boy zich soms eenzaam voelt.
Maar, de walvis kan niet blijven.
Samen brengen ze hem terug naar zee.
Boy denkt nog vaak terug aan de walvis.
Als hij op een dag met zijn vader gaat picknicken in de duinen, dan zien ze twee walvisstaarten in de zee…

Illustratie uit "De kleine walvis", Benji Davies, 2014, Luitingh-Sijthoff
Illustratie uit “De kleine walvis”, Benji Davies, 2014, Luitingh-Sijthoff

Inmiddels is ook de opvolger verschenen: “De kleine walvis in de winter”.

Prentenboek van het jaar 2020

“Moppereend” is verkozen tot het prentenboek van het jaar 2020. Het prentenboek is  geschreven door Joyce Dunbar en geïllustreerd door Petr Horáček. Het boek is in 2018 uitgegeven door Lemniscaat.

Moppereend gaat over een eend die eerst mopperig is en langzaam steeds chagrijniger wordt. Ze ontmoet andere dieren, die spelletjes met haar willen doen en haar proberen op te vrolijken. Maar het wolkje boven haar hoofd wordt alleen maar groter en groter. En dan barst de bom, ehh wolk…

prentenboek van het jaar 2020 top 10
prentenboek van het jaar 2020 top 10
Prentenboek Top Tien 2020

Zoals gebruikelijk hebben de jeugdbibliothecarissen nog negen andere prentenboeken gekozen die samen de prentenboek top tien voor 2020 vormen. In deze top tien staan zes prentenboeken van Nederlandstalige schrijvers en illustratoren (hieronder cursief aangegeven)!

De Prentenboek TopTien voor De Nationale Voorleesdagen 2020 (in alfabetische volgorde):

  • De boer en de dierenarts – Pim Lammers en Milja Praagman (De Eenhoorn)
  • De grote vijf – Bella Makatinien en Judi Abbot (Clavis)
  • De hapgrage krokodil – Jonnie Wild en Brita Granström (Vries-Brouwers)
  • Deze ridder zegt NEE – Lucy Rowland en Kate Hindley (Gottmer)
  • Een schildpad was zijn schildje kwijt – Marjet Huiberts en Carmen Saldaña (Gottmer)
  • Moppereend – Joyce Dunbar en Petr Horáček (Lemniscaat)
  • Otto groot, Otto klein – Tom Schamp (Lannoo)
  • Spelen tot het donker wordt – Hans Hagen, Marit Törnqvist en Monique Hagen (Querido)
  • Van 1 tot 10 – Mies van Hout (Gottmer)
  • Zó moe en toch klaarwakker – Susanne Strasser (Hoogland & Van Klaveren)

Deze prentenboeken staan centraal tijdens De Nationale Voorleesdagen van 2020. Deze worden gehouden van woensdag 22 januari tot en met zaterdag 1 februari 2020 en start traditiegetrouw met Het Nationaal Voorleesontbijt.

Bekijk ook eens alle prentenboeken van het jaar vanaf 2004 en de prentenboek top 10 vanaf 2010!